Opening Luikse tram verder uitgesteld tot januari 2025
Momenteel wordt in Luik volop gewerkt aan de aanleg van een 11,7 km lange tramlijn waarbij de eerste tram initieel werd verwacht in oktober 2022. Het tracé van de tram volgt daarbij grotendeels de loop van de Maas. In december 2021 werd nog ontkend dat de opening zou moeten worden uitgesteld tot het voorjaar 2024, maar nu blijkt daar nog een jaar bij te komen. Door overschrijding van de kosten stapelde het consortium ‘Tram Ardent’ de verliezen op waardoor ook het aandeel van de Waalse regering in het tramproject diende herbekeken te worden. Een bemiddelaar stelde zopas voor dat aandeel met 79 miljoen euro op te trekken tot 529 miljoen euro.
Over het Luikse tramproject werd in deze kolommen reeds bericht op 18/09/2020 (“Luik ontdekt de tram èn de ‘Bus à Haut Niveau de Service”) . Toen ging men er nog van uit dat de tramlijn in het najaar van 2022 in dienst zou komen. In deze tekst lag echter de klemtoon op de 4 buslijnen met ‘hoogwaardig openbaar vervoer’ die het project moeten vervolledigen.
Ondertussen verloopt een en ander minder voorspoedig dan oorspronkelijk gepland. Verschillende problemen zoals de Covid-19-pandemie maar ook niet gedocumenteerde nutsleidingen, zorgden voor vertragingen. Uit Drone-beelden die het lokale televisiestation ‘RTC Télé Liège’ eind juni maakte, blijkt dat nog maar 60% van de tramlijn zou zijn voltooid waardoor het meest recente streeftijdstip (april 2024) niet meer kan worden gehaald.
Door de opgelopen vertragingen lopen de kosten voor het project flink op waardoor hoofdaannemer Colas Belgium voor het consortium ‘Tram Ardent’ verliezen tot 45 miljoen euro meldde. Verliezen die tot dusver werden bijgepast door het Franse moederbedrijf Colas, dochteronderneming van Bouygues Construction. In december 2022 raakte naar aanleiding van het jaarverslag van ‘TramArent’ bekend dat 6 banken, waaronder de Europese Investeringsbank, de financiering van de tramlijn in 2021 hadden opgeschort waardoor Colas de verliezen opbouwde omdat de aannemer moest instaan voor alle kosten van de uitvoering, inclusief de financieringskosten en exploitatiekosten van het bedrijf.
Toen was reeds duidelijk dat de tramlijn niet in 2022 in gebruik zou kunnen worden genomen waarna deze deadline werd verschoven naar april 2024, wat toen nog in alle toonaarden werd ontkend.
Voor de financiering van het project had ‘Tram Ardent’ voor 429 miljoen aan leningen afgesloten bij de Europese Investeringsbank, Belfius Bank, verzekeraar AG Insurance, de Franse investeerder Natixis, de Duitse verzekeraar Talanx en de Spaanse Banco Bilbao Vizcaya Argentaria (BBVA).
Het consortium zelf is een samenwerkingsverband tussen Colas Project, Colas Belgium, Colas Rail Belgium, Dutch Infrastructure Fund BV en tramconstructeur CAF. De tramconstructeur zou daarbij 20 zevenledige trams van het type ‘Urbus 100’ inbrengen.
Beschikbaarheidsvergoeding van 32 miljoen euro per jaar, dit tot 2050
Oorspronkelijk werd de concessie gewaardeerd op 550 miljoen euro. Daarbij zou volgens de voorwaarden ‘Tram Ardent’ vanaf de opening van de tramlijn tot 2050 een beschikbaarheidsvergoeding van 32 miljoen euro per jaar te betalen plus daar bovenop nog een kleine vergoeding per kilometer. Dit voor de afschrijving van de investeringen en voor het onderhoud van sporen en tramstellen. Daarentegen waren er geen boeteclausules voorzien in het geval het openstellen van de tramlijn vertraging zou oplopen.
De opgelopen kosten, de verkorte verdientijd en de inflatie noodzaakten Tram Argent om aan het Waalse Gewest te vragen om deze beschikbaarheidsvergoeding te verhogen. In februari werd daartoe een bemiddelaar aangesteld die nu voorstelt om het aandeel van het Waalse Gewest te verhogen van 450 miljoen euro tot 529 miljoen euro, een verhoging van 79 miljoen euro. Daarbij zou dan wel nog een vertragingsclausule worden moeten worden toegevoegd waarbij 54 miljoen euro afhankelijk wordt gemaakt van de voortgang van de werkzaamheden. De regeling zou eerst ook nog moeten worden goedgekeurd door de nationale rekenkamer, het Instituut voor de Nationale Rekeningen.
Naar verwachting zal de tramlijn 90.000 passagiers per werkdag vervoeren, of 25% van het stedelijk openbaar vervoer. Toch worden er vragen gesteld bij commerciële levensvatbaarheid van het project., Zowel het hoge autobezit in Luik (60% van de inwoners) en het hoge aantal inwoners in de hooggelegen buitenwijken terwijl de tram beneden langs de Maas zal rijden, zouden de verwachtingen kunnen temperen. Ook wordt gevreesd dat door de lange duur van de werken, handelszaken langs het tramtraject zouden verhuizen naar winkelcentra buiten de stad.
Laat een reactie achter