Sterke resultaten bij nabehandeling van uitlaatgassen van stationair draaiende dieseltreinen

Twee dieselmotorstellen 'class 159' van de South Western Railway (foto Superalbs via Wikipedia)

(UPDATE: 13/02/2023) – Bij eerdere haalbaarheidstests die in 2019 werden opgestart, bleek dat een systeem voor de nabehandeling van de uitlaatgassen van dieseltreinen zeer doeltreffend was bij een trein in beweging en de uitlaatgassen een optimale temperatuur hadden, maar dat het effect ervan afnam wanneer de trein stilstond en de temperatuur van de uitlaatgassen daalde. Bij nieuwe tests die in oktober van 2022 van start gingen, werd een verwarmingselement toegevoegd aan de dieseloxidatiekatalysator en dat leverde sterke resultaten op: in overkapte stations daalde bij stationair draaiende motor de NOx-uitstoot van dieselmotorstellen met ongeveer 80%. Beide tests kwamen er bij middel van een door het Britse ministerie van vervoer gesubsidieerd innovatieprogramma voor spoorwegen. Porterbrook (verhuurder van rollend materieel), Eminox (fabrikant van nabehandelingssystemen voor uitlaatgassen) en South Western Railway (SWR)  werkten daarvoor samen.

Bij de eerste tests in 2019 stelde men zich tot doel om de uitstoot van stikstofoxide (NOx) met 75% en de uitstoot van deeltjes met 90% te verminderen. Het project begon met het maken van een 3D-scan van het gebied waar de katalysator diende te worden ingebouwd. Het bestaande, door Eminox geleverde, nabehandelingssysteem voor auto’s moest opnieuw worden geconfigureerd om te passen in de beschikbare ruimte van de dieseltreinen. Ook dienden ze geschikt te worden gemaakt voor gebruik in treinen.

Het uitlaatgasnabehandelingssysteem bestond oorspronkelijk uit een dieseloxidatiekatalysator dat de koolstofemissies moet beperken, een dieseldeeltjesfilter voor de vermindering van de uitstoot van fijn stof, een selectieve katalytische reductie voor het reduceren van de NOx-emissies en een katalysator die ammoniak uit overtollig ureum controleert en opruimt. Verder was er de uitdaging waarbij ruimte moest worden vrijgemaakt voor de ureumtank. Bij de nieuwe tests werd er een verwarmingselement toegevoegd aan de oxidatiekatalysator. Daarop werd het retrofit-emissieprototype ontworpen.

Reeds eind december 2019 werd een totale gemiddelde vermindering van de NOx-uitstoot met 73% opgetekend. In de eerste periode van 30 oktober tot 14 november bedroeg de gemiddelde dagelijkse NOx-reductie 9,6 kg, met een totale reductie van 153,6 kg. Geprojecteerd op een volledig jaar kwam men uit op 3.500 kg minder NOx.

Met de toevoeging van het verwarmingselement kon die uitstoot ook bij stationair draaiende treinstellen gevoelig worden verbeterd.

De dieselmotorstellen die bij de NMBS in gebruik zijn, zijn van een totaal ander type en moeten nog tot minstens 2030 meegaan. Benieuwd of daar ondertussen reeds een nabehandelingssysteem voor uitlaatgassen werd ingebouwd of dat daar al concrete plannen toe zijn.

UPDATE 13/02/2023 – De NMBS antwoordt:

“Technische evoluties in de spoorwereld volgen wij vanzelfsprekend nauwgezet op. De nabehandeling van de uitlaatgassen van onze dieseltreinen is ook iets dat we zelf al concreet zijn nagegaan.

Maar in dit geval is het een kwestie van keuzes maken. In tegenstelling tot heel wat Europese landen, waaronder ook Groot-Brittannië, is zo goed als het volledige spoornet in ons land geëlektrificeerd. Concreet gaat het om bijna 90% van het totale aantal hoofdsporen. Iets wat nog zal verhogen met de elektrificatie door Infrabel van de spoorlijn tussen Mol en Hasselt. Het Belgische spoorwegnet behoort zo tot de top van Europa op het gebied van elektrificatie. Dankzij die hoge elektrificatiegraad wordt ook maar voor 4 à 5% van het totale aantal kilometers die onze treinen afleggen, dieseltreinen gebruikt.

Onze focus gaat daarom uit naar de verdere elektrificatie van het net en het vervangen van onze dieseltreinen. Het is zo dat deze tegen 2032 moeten worden vervangen. Iets wat we gaan doen met de aankoop van batterijtreinen.

Dit betekent echter niet dat we niet inzetten op het verder duurzaam maken van onze activiteiten. Tegen 2027 bijvoorbeeld willen we de tractie-energie, dat is de energie die we nodig hebben om onze treinen te laten rijden, per gereden kilometer met 5% verminderen. Tegen 2032 met 10%. Hoe doen we dat?

  • Sinds 2019 leren we de treinbestuurders energiezuinig rijden. Gaat om een systeem dat de treinbestuurder aangeeft wanneer en hoe die het best de trein versnelt en afremt om zo energiezuinig mogelijk te rijden.
  • We letten ook op het energieverbruik wanneer de trein stil staat, maar er bv wel energie nodig is tijdens het onderhoud ervan.
  • De komst van nieuwe treinen, die op zich energiezuiniger zijn.”
Delen met:

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.