Gratis of spotgoedkoop openbaar vervoer staat of valt met een voldoende aanbod

NMBS-spoorboekje 2006 (Foto: Nico Callens)

OPINIE – Het vorige maand in Duitsland (tijdelijk) ingevoerde ‘9-Euro-Ticket’(*) plaatst de discussie over gratis en spotgoedkoop openbaar vervoer weer hoog op de agenda. Anderzijds ‘vierde’ het Groothertogdom op 1 maart laatsleden de tweede verjaardag van haar gratis openbaar vervoer terwijl dat ook al werd ingevoerd in steden, zoals in het Noord-Franse Duinkerke. In eigen eigen land pleitte PS-voorzitter Paul Magnette begin oktober van vorig jaar voor een stapsgewijze overgang naar gratis openbaar. In een eerste stap wilde hij de trein gratis maken voor jongeren en senioren. Maar hier was niet iedereen wild van dit idee. Geopperd werd dat o.m. de NMBS eerst haar zaakjes op orde diende te hebben. Illustratief daarbij is dat de NMBS recent haar voorstadsaanbod tussen Antwerpen en Essen ‘wegens personeelsgebrek’ structureel, of toch minstens voor een volledige maand, van een halfuurdienst naar een uurdienst heeft gebracht.

Het in Duitsland tijdelijk ingevoerde ‘9-Euro-Ticket’, waarbij men een maand lang in heel Duitsland voor de prijs van 9 euro kan maken van alle regionaal en lokaal openbaar vervoer, mag tot dusver een razend succes worden genoemd. Zo werden tijdens de maand juni zo’n 21 miljoen van deze spotgoedkope OV-kaartjes verkocht terwijl er volgens verkeersdataspecialist TomTom als gevolg van deze spotgoedkope tickets een merkbaar minder filedruk naar en in de grote steden werd vastgesteld. Voor een meer diepgaande evaluatie is het echter nog even wachten want momenteel zijn nog te weinig gegevens beschikbaar over de manier waarop en hoe frequent er van deze spoorkaartjes gebruik wordt gemaakt.

Aanbod

Maar er is ook kritiek over de aanbodzijde: in bepaalde streken en steden zorgen deze spotgoedkope tickets voor overbevolkte treinen terwijl men bv. in de bondstaat Beieren vindt dat men daar wegens een minder uitgebouwd openbaar vervoer, minder gebruik kan maken van dat ‘9-Euro-Ticket’.

En juist daar knelt hem het schoentje: gratis of spotgoedkoop openbaar vervoer staat of valt met een voldoende aanbod: voldoende lange treinen, een voldoende frequentie en een voldoende dekking.

In het Groothertogdom, waar sinds 1 maart 2020 àlle openbaar vervoer gratis is, heeft men dit gegeven alvast goed ingeschat want daar werd in een eerste fase, met zelfs een uurfrequentie in de kleinste uithoeken, het aanbod goed uitgebouwd.

In die zin het het wellicht nog te vroeg om ook voor ons land te pleiten voor spotgoedkoop of gratis openbaar vervoer. Zo hekelde Stefan Stynen, voorzitter van de reizigersbelangenvereniging TreinTramBus, in het recentste nummer van het verenigingsblad ‘Mondig Mobiel‘ in weerwil van alle aangekondigde aanbodsuitbreidingen bij de NMBS, het groot aantal geschrapte treinen: “Rijdt hij of rijdt hij niet? Sporen als kansspel“.

Zo schrijft Stefan Stynen in zijn inleiding: “Tegen 2032 wordt het treinaanbod met 10% uitgebreid en wil de NMBS 30% meer reizigers vervoeren. Dat klinkt mooi, maar op korte termijn zou het al een hele verbetering zijn als alle treinen die vandaag in het spoorboekje staan, gewoon rijden”.

En verder in de tekst: “Vooral in de regio’s Antwerpen en Leuven leiden de personeelstekorten op het terrein tot grote problemen. Officieel rijden er tussen Essen en Puurs opnieuw twee S-treinen per uur, maar in de praktijk is het een soort kansspel. Als er materieel en personeel beschikbaar is, rijdt er om het half uur een trein, anders slechts om het uur. Ook in Mortsel-Oude God, een prima gelegen voorstadshalte met een groot potentieel, stopt al maanden slechts één trein per uur, die dan ook nog regelmatig wordt geschrapt. Op een terugkeer van de tweede IC-trein met haltes in Mortsel, Mechelen-Nekkerspoel en Vilvoorde, durft niemand een datum te plakken. In de Kempen is de situatie al even precair”.

Frequentie van de voorstadstrein Antwerpen – Essen voor minstens een maand gehalveerd

Er bereikte ons trouwens het bericht dat een minstens een maand lang, zeker tot 12/08, de tot dusver geldende vroegere halfuurfrequentie van de voorstadsdienst S32 tussen Antwerpen en Essen, is vervangen door een uurdienst. De NMBS maakt alvast geen gewag van een einddatum maar in de routeplanner zijn de gegevens alvast tot 15 augustus aangepast.

De communicatie die de NMBS over die inperking van de treindienst verspreidt, zoals via de website of via de infoschermen, is alvast dermate cryptisch die je al goed moet geïnformeerd zijn om hieruit te begrijpen dat het gaat om een halvering van de frequentie van de voorstadsdienst tussen Antwerpen en Essen. De informatieverstrekking door de NMBS is daarom zeker een andere discussie waard.

Informatie via website


Info via de beeldschermen. Vraag is waarom Roosendaal is vermeld bij de info
want de treinen naar Roosendaal doen niet ter zake. (foto: Erik De Buck)

Kostendekking

Wanneer aan de voorafgaande vereiste van een voldoende aanbod wordt voldaan, kunnen gratis of spotgoedkope OV-kaartjes wel een succesformule vormen. Voor de instanties die uiteindelijk instaaan voor de bekostiging ervan, is er wel de paradox dat voor netten met een lage kostendekkingsgraad minder moet worden bijgepast dan er voor de netten met een hoge kostendekkingsgraad.

Zo droegen in het Groothertogdom voor de invoering van het gratis openbaar vervoer de gebruikers slechts 3,3% van de werkelijke kostprijs van het openbaar vervoer op zich. Bij de invoering van het gratis openbaar vervoer zorgde dit op jaarbasis voor 41 miljoen euro minder tariefinkomsten Dit vertegenwoordigde ongeveer 8% van de totale jaarlijkse kosten, die meer dan € 500 miljoen bedroegen..

Reizigersgroei

Over de reizigersgroei die de invoering van gratis openbaar vervoer in het Groothertdogdom heeft teweeg gebracht, is tot dusver weinig gekend maar pech was in elk geval dat er kort na de invoering van het gratis vervoer er eerst een volledige lockdown en daarna een gedeeltelijke lockdown was. Verder is er in treinen en bussen geen telinfrastructuur voorhanden. Bij de stadstram van de hoofdstad is dit wel het geval. Uit het persbericht naar aanleiding van de eerste verjaardag van het gratis vervoer in het Groothertogdom:

Niettemin is het aantal tramgebruikers, dat maandelijks/dagelijks elektronisch geteld wordt, een zeer belangrijke indicator. In februari 2020 maakten dagelijks gemiddeld 31.000 passagiers gebruik van de tram. Vervolgens daalde dit aantal bij het begin van de lockdown in maart 2020 tot 1.400 passagiers per dag, en steeg daarna geleidelijk tot een gemiddelde van 38.000 passagiers per dag op weekdagen met pieken van 42.000″. Ondanks het feit dat wegens het telewerken de vroegere situatie nog niet geheel is hersteld, blijkt dat sinds oktober 2021 er piekwaarden tot 75.000 tramgebruikers per dag worden geteld.

Toch is dit niet helemaal toe te schrijven aan het gratis openbaar vervoer. De betrokken tramlijn is ondertussen al enkele keren verlengd en heeft op dit moment zijn eindhalte aan het centrale spoorwegstation, zodat het ook hier moeilijk te vergelijken is. En op 11 september eerstkomende wordt de tramlijn nog eens 1,2 km langer. Volgens de Luxemburgse minister van Mobiliteit zal daarmee zonder al te veel moeite het streefcijfer van 80.000 tramgebruikers worden overschreden.

Moeilijk om conclusies te trekken

Moeilijk dus om conclusies te trekken wat de invloed van het gratis vervoer is op het sterk gestegen tramgebruik. De woordvoerdster van het Luxemburgse Ministerievan Mobiliteit en Openbare Werken laat dan ook recent verstaan dat vooral de uitbreiding van het aanbod, ook van het busverkeer, de voornaamste gangmaker is voor het gestegen gebruik van het openbaar vervoer. Een uitgebreide monitoring is evenwel voorzien voor maart van volgende jaar (2023).

Het gratis openbaar vervoer wordt in het Groothertogdom vooral gezien een dubbele sociale maatregel die zich vertaalt in een grotere koopkracht voor mensen met een bescheiden inkomen, en waaraan rijkere burgers bijdragen omdat het wordt gefinancierd met belastinggeld. Daarnaast is het een belangrijke hefboom om de aandacht te vestigen op de wereldwijde mobiliteitsstrategie.

Hoe dan ook blijkt zich in het autominnende Groothertogdom een mentaliteitswijziging voor te doen waarbij bv. veertigers die voordien zweerden bij de eigen personenwagen, onder het motto ‘glaasje op, laat je rijden’ voor hun avondjes uit nu beroep doen op de streekbus . Dat het (gratis) openbaar vervoer hier tot ’s avonds heel laat beschikbaar is, is nog zo’n element dat op het conto van het aanbod mag worden geschreven. Anderzijds wordt ondertussen vastgesteld dat ook de fiets in het Groothertogdom, en zeker in de hoofdstad, een volwaardig vervoermiddel is geworden. Om het hoogteverschil tussen de bovenstad en de benedenstad te overwinnen, kan daarvoor bv. gebruik worden gemaakt van de 60 meter hoge stadslift

* Lees ook:

En verder ook nog:

Delen met:

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.