Nadat voorbije donderdag (09/06/2022) door parlementsleden in de Nederlandse Tweede Kamer werd aangedrongen om snel stappen te ondernemen voor de realisatie van een aantal grensoverschrijdende lijnen, meldde de Nederlandse staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur dat ze daar nog dit najaar, in overleg met de provincie Nederlans-Limburg, wil over beslissen. De uit Nederlands-Limburg afkomstige staatssecretaris stelt het dossier over Hamont – Weert oprecht opnieuw te bekijken, o.m. op het vlak van een meer realistisch kostenplaatje. Komende september informeert de staatssecretaris de Tweede Kamer opieuw over de stand van zaken en gehoopt wordt dat dan witte rook door de schoorsteen verschijnt.
Tijdens dat debat in de Tweede Kamer riep kamerlid Fahid Minas op om eindelijk eens stappen te ondernemen voor de realisatie van een aantal grensoverschrijdende lijnen: “De Tweede Kamer neemt steeds moties aan vóór grensoverschrijdende verbindingen maar die verdwijnen in onderzoek en analyses. Daar moet een einde aan komen” zei hij daarover. Hij stelde voor om daarvoor een actieplan op te zetten zodat snel een beslissende stap zou kunen worden gezet.
In zowel Nederlands-Limburg als in Vlaanderen was over de elektrificatie en de heropening van de 10 km lange spoorlijn tussen het Belgische Hamont en het Nederlandse Weert onrust ontstaan omdat het onderwerp, in tegenstelling met de vorige legislatuur, niet langer was opgenomen in het regeerakkoord van de nieuwe regering Rutte IV. Eerder, op 18 mei van vorig jaar (2021) keurde het Belgische federaal parlement trouwens unaniem een motie goed waarin de Belgische regering wordt opgeroepen het baanvak Hamont – Weert de nodige stappen te zetten om het spoorbaanvak te reactiveren.
In Nederland was men dan weer geschrokken over de hoge kostprijs voor de reactivering van de spoorlijn. Kostprijs die werd geschat op ergens tussen de 50 en 150 miljoen euro. Maar daarbij werden enkel de meest ongunstige scenario’s onderzocht en waren kosten opgenomen die de factuur onnodig hoog zouden doen oplopen, zoals bv. een bijkomende spoorbrug over de Zuid-Willemsvaart en het in het station van Weert aanleggen van een zijperron, dat een onderdoorgang door het station of een voetgangserbrug boven de sporen vereist.
Infrastructurele initiatieven
Deze nieuwssite beet zich vast in het dossier* en maakte, op basis van informatie van verschillende stakeholders, een nota waarin de verschillende infrastructurele alternatieven op een rijtje werden gezet. Gesteld werd dat een snelheidsverhoging tot 120 km/uur (i.p.v. de door Nederland voorziene maximumsnelheid van 80 km/uur) haalbaar was zonder bijzondere meerkost en dat een verlenging van het eilandperron met enkele extra wissels veel goedkoper en klantvriendelijker is dan een zijperron met een verlengde onderdoorgang dan wel voetgangersbrug. Op aangeven van de ‘Vereniging Treinreizigers Vervoer’ (VTV), die zich al jarenlang inzet, voor de heropening van de spoorlijn voor het reizigersverkeer, werd daarbij ook een kopperron, geïntegreerd in het eilandperron, opgenomen.
VTV, gesteund door de Nederlandse provincie Limburg en de gemeente Weert, maakte daarop een kostenrekening die uitkomt op ergens tussen de € 50 en € 60 miljoen euro. Daarbij zou trouwens maximaal 10 miljoen euro nodig zijn voor enkel maar het elektrificeren van de spoorlijn. De rest zouden dan infrastructuurkosten zijn in en net buiten het station van Weert. Bij middel van een gezamenlijk door België en Nederland ingediende aanvraag zou er ook zicht zijn op Europese subsidies.
De nieuwe kostenberekening maakt deel uit van een petitie die eveneens vorige week, op dinsdag 7 juni (2022), werd overgemaakt aan ‘Den Haag’.
Het opnieuw bekijken van de infrastructuurkost heeft het dossier alvast een flinke duw in de rug gegeven waardoor er nu ook behoorlijk wat druk is om het dossier op een meer realistische manier te benaderen.
Op initiatief van VTV vond samen met Belgische en Nederlandse parlementsleden op 7 maart van dit jaar een plaatsbezoek plaats waarbij o.m. in het station van Weert de alternatieve infrastructuurbenadering van nabij werd bekeken. Wat ook duidelijk de interesse van de parlementsleden in zowel in Brussel als Den Haag verder heeft opgewekt en waarbij er nu ook behoorlijk wat druk is vanuit de Nederlandse parlementsleden.
Eveneens op initiatief van VTV kwam er ook een studie die dieper ingaat op de vermindering van de CO2-uitstoot die zou woden bekomen door het opnieuw openstellen van het spoorbaanvak Hamont – Weert die uiteindelijk een verbinding Hamont – Weert moet mogelijk maken.
Maar Hamont – Weert is niet het enige grensoverschrijdende spoorwegdossier op het bord van de Nederlandse staatssecretaris. Zo is er bv. ook nog de toekomstige verbinding Eindhoven – Heerlen – Aken die nog wat overleg vereiset met de Duitse instanties.
De Nederlandse staatssecretaris stelde vorige donderdag alvast dat ze het dossier van de elektrificatie van het spoor tussen Weert en het Belgisch-Limburgse Hamont met een oprechte blik opnieuw wil bekijken. Er wordt dan ook reikhalzend uitkijken wat de komende herfst op dat vlak brengt.
* Lees ook:
- Heropening Hamont – Weert: batterijtreinen reduceren infrastructuurkost met meer dan 20%
- Dossier Hamont – Weert: Provincie Nederlands-Limburg verkiest elektrificatie
- Hamont – Weert: laat het vooral snel vooruit gaan. Het getreuzel heeft al lang genoeg geduurd !
- Infrastructurele knelpunten heropening spoorlijn Hamont – Weert op een rijtje
Laat een reactie achter