Sinds het voorjaar van 2013 gelden in Vlaanderen voor particulieren strengere regels voor het gebruik van pesticiden. Daarbij is sinds 19/07/2017 het gebruik van de herbicide glysofaat door particulieren verboden. Voor openbare besturen geldt in Vlaanderen een verbod op pesticiden sinds 01/01/2015, al kan daarvoor onder bepaalde voorwaarden en in specifieke omstandigheden een uitzondering worden aangevraagd bij de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Deze neemt daarop een beslissing waarbij geprobeerd wordt het gebruik en verbruik van pesticiden bij te sturen. Bij de NMBS bleef het verbruik van pesticiden in 2020 beperkt tot 44,1 kg werkbare stof (1,7% van het bij de VMM gerapporteerde verbruik) maar bij Infrabel was dat eventjes anders en werd 2136 kg werkbare stof (of 85,7% van het bij VMM gerapporteerde gebruik) op en naast Vlaamse de sporen gesproeid. 68% van het Infrabel-verbruik is daarbij afkomstig van de sproeitrein. Ook in Brussel en Wallonië geldende soortgelijke uitzonderingen. In Vlaanderen geldt die uitzondering tot 2023. Voor Brussel is dit vooralsnog enkel tot 2022 en in Wallonië geldt deze uitzondering sinds afgelopen zomer voor onbepaalde duur. Tijdens de voorbije maand september werd een nieuwe sproeicampagne afgesloten.
De herbicidensproeitrein van Infrabel rijdt twee maal per jaar uit (in april/mei en in augustus/september) en zorgt nogal eens voor beroering. Door zijn tegenstanders wordt hij al eens ondankbaar de ‘giftrein’ genoemd, al lijkt het protest de jongste jaren wat te milderen. De uitzonderingen worden dan ook bekomen omdat er tot dusver geen alternatieve technieken beschikbaar terwijl die ook in de eerste plaats gelden voor het het bestrijden van onkruid tussen en naast de sporen en op de dienstpaden langs het spoor. Infrabel stelt dat het onkruidvrij houden van de sporen van cruciaal belang is voor de spoorveiligheid. Er mag niet worden gesproeid in kwetsbare drinkwaterbeschermingszones en in natuurgebieden
Mechanische en thermische onkruidverdelging geen haalbare kaart
Door de uitgestrektheid van de terreinen zijn alternatieven zoals mechanische en thermische onkruidverdelging geen haalbare kaart en ook voor de onmiddellijke toekomst lijken er geen alternatieven voor de sproeitrein weggelegd. Infrabel beschikt over 6.532 km sporen waarvan 5.500 km worden bereden door de sproeitrein. Deze sproeit zowel op de eigenlijke spoorwegbedding als tot op 1 meter van de spoorbedding.
De bermen worden dan weer mechanisch onderhouden terwijl sinds mei 2020 wordt geëxperimenteerd met het afgrazen van bermen door schapen. Zo wordt sinds mei 2020 langs de hogesnelheidslijn in Herve anderhalve hectare spoorwegberm verhuurd aan een plaatselijke schapenboer.
De sproeitrein van Infrabel kwam in 2002 voor het eerst op de sporen. Waar eerst algemeen tussen en naast de sporen werd gesproeid, werd de toegepaste techniek in 2008 techniek verfijnd en werd de sproeitrein uitgerust met een infrarood detectiesysteem. Camera’s op de trein detecteren plantengroen waarop het sproeisysteem enkel boven de opgemerkte plant wordt geactiveerd.
Evolutie van het pesticidengebruik door Infrabel in Vlaanderen
Pesticiden zijn een verzamelnaam voor verschillende types chemische stoffen voor het bestrijden van ongewenste fauna en flora. De belangrijkste zijn insecticiden, fungiciden en herbiciden waarbij in Vlaanderen in 2020 de herbiciden 97,5% (kg werkzame stof) voor hun rekening nemen. Daarbij neemt binnen he pesticidegebruik de herbicide glysofaat 66,6% (werkzame stof) voor zijn rekening. Het herbicide 2,4-dichloorfenoxazijnzuur (2,4-D) volgt op de tweede plaats met 17,2%. Gelet op het feit dat Infrabel in Vlaanderen 85,7% van het pesticidengebruik voor zijn rekening neemt, zijn het dan ook vooral glysofaat en 2,4-dichloorfenoxazijnzuur die door Infrabel worden gebruikt.
Het pesticiden/herbicidengebruik bij Infrabel schommelt van jaar tot jaar in functie van de weersomstandigheden. Er wordt namelijk enkel gesproeid op de plaatsen waar onkruid aanwezig is. Toch valt op dat sinds 2016 het verbruik aan pesticiden opmerkelijk is gedaald. Dit blijkt het gevolg van een sinds 2015 sterk doorgedreven opleiding en sensibilisering bij zowel het eigen personeel als bij het personeel van de aannemers.
“Hiermee beogen we om een bewustzijn rond het pesticidengebruik te creëren en pesticiden enkel op een rationale manier toe te passen, daar waar het niet anders kan in functie van de eisen van de spoorveiligheid” voegt Infrabel daar nog aan toe.
Sinds 2015 moet Infrabel aan de Vlaamse milieumaatschappij ook rapporteren hoeveel pesticiden er wordt gebruikt door de aannemers. Waar dat in 2015 nog 4,397 kg werkbare stof was, bleef dit in 2020 beperkt tot 683 kg werkbare stof. De daling sinds 2016 wordt door de Vlaamse Milieumaatschappij onder meer toegeschreven aan een betere opvolging van de aannemers en van een betere opleiding van de ambtenaren die de aannemers opvolgen. Een vaststelling die wordt beaamd door Infrabel.
De 683 kg werkzame stof die in 2020 werd gebruikt door de private aannemers, blijkt dan weer niet representatief. De hier vastgestelde daling is volgens Infrabel namelijk het gevolg van het uitstellen van werken door corona waardoor een deel van het voorziene onderhoud niet kon plaats vinden.
Infrabel houdt er in elk geval aan om te benadrukken dat ze duurzaamheid hoog in het vaandel voert en tal van initiatieven ontwikkelt om de duurzaamheid van haar activiteiten te verbeteren. Het laten afgrazen van spoorwegbermen door schapen is daar slechts één voorbeeld van. Soms gaat het om kleinschalige initiatieven zoals het plaatsen van bijenkorven op Infrabel-domein, maar eveneens om grotere projecten zoals 16.000 zonnepanelen op het dak van een spoortunnelhet en een windmolenpark langs de hogesnelheidslijn tussen Leuven en Luik dat voldoende groene energie levert voor 170 trenen.
Laat een reactie achter