De Duitse stad Karlsruhe onderzoekt hoe streektrams kunnen worden ingezet bij het leveren van pakjes die via het internet werden besteld. Internetshoppen zit duidelijk in de lift en dit werd nog versterkt door de coronacrisis. Toch zitten er aan deze evolutie ook enkele kwalijke kanten. Zo wordt er gewezen op de vele bestelwagens die nodig zijn om de ‘last mile’ te verzekeren en op de milieuoverlast die dit veroorzaakt. Er wordt daarom gezocht naar alternatieven.
Volgens de Alliance for Logistics Innovation through Collaboration in Europe (ALICE) heeft het vervoer van goederen in de steden een grote invloed op zowel de files (10-15 procent), de uitstoot van schadelijke stoffen (25 procent van de CO2, 30 tot 50 procent NOx en fijn stof ) als op de geluidsoverlast. Daarenboven is het verzekeren van die zogenaamde last mile vrij arbeidsintensief, zodat wordt gezocht naar oplossingen in de vorm van robots, zelfrijdende shuttlebusjes en drones. In het Duitse Karlsruhe gaan ze nu onderzoeken of ook de tramtrein hierin een rol kan vervullen.
Verschillende onderzoeksprojecten buigen zich over de problematiek. Zoals het LEVITATE-project (‘Societal Level Impacts of Connected and Automated Vehicles’) dat in 2018 werd opgestart en dat met Europese steun (project Horizon2020) nagaat hoe het pakjesvervoer met zelfrijdende shuttles en robots kan worden geautomatiseerd. Ook sommige pakjeskoeriers zoals Fedex, Amazon en de Zwitserse post experimenteren reeds met pakjesrobots.
Vlaamse projecten
In eigen land gaat het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL) op hetzelfde elan verder en start in het kader Horizon2020 het onderzoek ‘Ulaads’: een consortium dat geleid wordt door drie Europese steden, Bremen, Groningen en Mechelen, zogenaamde ‘Lighthouse cities’, slaat de handen in elkaar met logistieke stakeholders om samen de uitdagingen van de stadslogistiek van de toekomst aan te pakken. Dit onderzoek start nog deze maand en heeft een looptijd van 36 maanden.
Het VIL startte dit jaar bovendien het project ‘Rural Parcel Delivery’, waarbij de instelling op zoek gaat naar efficiëntieverbetering bij de levering van pakjes in het buitengebied. Dit project heeft een looptijd van 24 maanden.
In Limburg geloven ze dan weer dat hun DronePort in Sint-Truiden een rol kan spelen bij het afleveren van pakjes. In juni kondigden het Logistiek Platform Limburg en Limburgse provinciale ontwikkelingsmaatschappij (POM) daarovereen logistieke dag aan (‘Drones & Last Mile Logistics’). Dit evenement was voorzien voor 29 oktober, maar op dit moment is nog niet duidelijk of dit evenement in zijn oorspronkelijk aangekondigde vorm doorgaat.
Verdeelcentra aan rand van steden
Centraal idee in al deze projecten is dat de koerierdiensten hun pakjes afleveren in regionale verdeelcentra aan de rand van de steden en dat dan van daaruit de ‘last miles’ wordt verzekerd met alternatieve vervoermiddelen, enerzijds in de steden zelf en anderzijds in het rand- en buitengebied. Het openbaar vervoer zou daarbij de verbinding kunnen leggen tussen het stedelijk gebied en het buitenstedelijk gebied.
Dit wordt samengevat in onderstaand schema:
Karlsruhe
In Karlsruhe willen ze die rol van het openbaar vervoer als schakel tussen het stedelijk gebied en het buitenstedelijk gebied verder uitspitten. In het bijzonder willen ze daarbij de mogelijkheden nagaan die weggelegd kunnen zijn voor hun tramtrein.
Bij het project zijn heel wat partners betrokken waaronder ook het stadsbestuur van Karlsruhe. Burgemeester Daniel Fluhrer speelt als vertegenwoordiger van de stad een leidende rol in het werk van de stuurgroep.
Aan onderzoekszijde zijn onder meer de hogeschool van Offenburg (afdeling bedrijfseconomie, logistiek en handel), de technische universteit van Karlsruhe (Institut für Fahrzeugsystemtechnik), het instituut voor verkeerswezen en het onderzoekscentrum informatica (FZI) betrokken.
Verder nemen ook de twee stedelijke vervoerbedrijven mee: het Verkehrsbetriebe Karlsruhe (VBK) en het Albtal-Verkehrs-Gesellschaft (AVG), maar ook het consulting en engineeringsbureau van de Deutsche Bahn.
Om praktische oplossingen te ontwikkelen zijn een aantal uitvoerende bedrijven betrokken. Het mobilieitsnetwerk van de regio coördineert de activiteiten.
In 2022 wordt gestart met testritten met een aangepaste tram die zodanig wordt aangepast dat hij zowel kan gebruikt worden voor reizigersvervoer als voor gemengd vervoer van reizigers en pakjes. Tijdens de piekuren zouden dan alleen maar personen worden vervoerd, terwijl er tijdens de daluren eveneens pakjes mee kunnen.
In de komende jaren moet een gecoördineerd totaalconcept worden ontwikkeld waarbij de goederenstromen per spoor worden gebundeld om deze van de regio naar de stadscentra te vervoeren. Daarbij moet dan optimaal gebruik worden gemaakt van de bestaande infrastructuur van de tramtrein.
Postbussen
Helemaal nieuw is dat idee niet, want bijvoorbeeld in Zwitserland en Oostenrijk kennen ze al jaren het concept van de postbus waarbij naast reizigers zowel briefwisseling als paketten vanuit de valleien naar de bergdorpen wordt gebracht. Maar ook in eigen land maakte De Post vroeger gebruik van bus en reizigerstreinen om post vanuit de buitengebieden naar de stedelijke centra te brengen.
Voor de vervoersbedrijven kan dit tijdens de daluren alvast voor extra inkomsten zorgen en kan dit ervoor zorgen dat er voor zwakkere busverbindingen een betere toekomst is weggelegd. De automatisatie in de vorm van pakjesautomaten en robots kunnen hier zorgen voor een toegevoegde waarde en voor een verdere kostenreductie.
Laat een reactie achter