Europese ministers van Vervoer bepalen drie hoofdprioriteiten voor het Europa van morgen

Schets: Transport Decarbonisation Alliance (TDA)

Op 21 en 22 februari (2022) vond in het kader van het Frans voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie, een informele bijeenkomst plaats met de verschillende minister die in Europa bevoegd zijn voor vervoer. Franse minister van Transport Jean-Baptiste Djebbari verwelkomde daarbij zijn Europese collega’s, evenals Adina Vălean, Europees commissaris voor Vervoer, en Karima Delli, voorzitter van de Commissie vervoer en toerisme van het Europees Parlement. Deze bijeenkomst was een gelegenheid om de gemeenschappelijke ambitie van alle lidstaten te bevestigen om in het Europa van morgen de vervoersstrategie op te bouwen rond drie hoofdprioriteiten: decarbonisatie, regelgeving en innovatie, waarover consensus werd bereikt.

Decarbonisatie

De deelnemers deelden hun ambitie om de vervoerssector koolstofvrij te maken. Alle ministers bevestigden hun gemeenschappelijke wens om de uitrol van elektrische laadstations te versnellen en te vergemakkelijken om tegemoet te komen aan de huidige en toekomstige behoeften, met name voor lichte voertuigen, maar ook om de ontwikkeling van koolstofarme en hernieuwbare waterstof te bevorderen. Kwaliteit van de dienstverlening en gebruikersinformatie, interoperabiliteit en betaalbare prijzen zullen belangrijke elementen van deze uitrol zijn.

Versterking van de energiesoevereiniteit van de Europese Unie is van essentieel belang om te voldoen aan de behoefte aan elektriciteit, koolstofvrije waterstof en synthetische brandstoffen voor de vervoerssector.

Met betrekking tot zware voertuigen, en met name over lange afstanden, moeten de besprekingen het juiste evenwicht blijven vinden om fabrikanten en vervoerders voldoende zichtbaarheid te geven, rekening houdend met de horizon van opkomst van de verschillende technologieën die op elke use case reageren.

Jean-Baptiste Djebbari verwelkomde de aankondiging van commissaris Vălean van een nieuwe interactieve kaart van de laadinfrastructuur in Europa. Het is een essentieel instrument voor het monitoren van de ontwikkeling van het netwerk van laadstations in de Unie, waarmee gebruikers vertrouwen kunnen krijgen in het dekkingsniveau van hun reizen.

Tijdens de debatten werd benadrukt dat er moet worden gereageerd op de klimaatvereisten door de uitdagingen van het concurrentievermogen van de Europese exploitanten en de risico’s van koolstoflekkage, waarvan de concretisering ten koste zou gaan van zowel de Europese economie als onze milieudoelstellingen, te integreren: het specifieke karakter van de maritieme en luchtvaartsector werd aldus door verschillende deelnemers benadrukt, met betrekking tot de concurrentie van hubs op de terminals van Europa, en belangrijk voor de connectiviteit van eilandstaten.

Innoveren

Uit de debatten bleek dat er een evenwicht moet worden gevonden tussen de opkomst van nieuwe datagerelateerde diensten en de duurzaamheid van de bedrijfsmodellen van bedrijven in de sector. De Europese Unie heeft bijvoorbeeld een echte rol te spelen bij de inzet van autonome voertuigen. Dit vereist geharmoniseerde regelgeving, met name op het gebied van beveiliging, de afbakening van de verantwoordelijkheden van elke actor en het delen van gegevens.

Gezien de omvang van de transformaties die worden teweeggebracht door de massale exploitatie van gegevens, zullen waardeketens waarschijnlijk worden verstoord en zullen digitale spelers belangrijker worden in het vervoer. De gecreëerde waarde moet zoveel mogelijk in Europa blijven, om onze cyberbeveiliging te waarborgen en ervoor te zorgen dat onze normen voor gegevensbescherming worden nageleefd.

Alle ministers bevestigden de noodzaak om de opkomst van grote Europese groepen te bevorderen om niet afhankelijk te zijn van zeer grote digitale platforms die deze waarde buiten de Europese Unie zouden kunnen vastleggen.

Regulering

Met het oog op de problemen van de aantrekkelijkheid van vervoersberoepen, met name onder jongeren en vrouwen, moeten op Europees niveau, met inbegrip van de sociale partners, krachtige maatregelen worden genomen.

In de wegensector vereist de verbetering van de arbeidsomstandigheden van bestuurders een doeltreffende handhaving van de regels en hun controle en de vereenvoudiging van hun werk door middel van digitale hulpmiddelen.

Met betrekking tot de maritieme sector ontstond een convergerende visie op het belang van de bescherming van beroepsbeoefenaren, wier toch al moeilijke arbeidsomstandigheden verder zijn verslechterd door de gezondheidscrisis. Er zijn verschillende voorstellen gedaan: harmonisatie van de opleidingseisen voor zeevarenden, verbetering van de arbeidsomstandigheden van de bemanningen met behoud van het concurrentievermogen van de sector.

Wat de luchtvaartsector betreft, delen de ministers dat de duurzaamheid ervan niet alleen ecologisch en economisch, maar ook sociaal moet zijn. We moeten daarom de nodige maatregelen nemen om het risico van koolstoflekkage te bestrijden, zonder het concurrentievermogen van onze exploitanten te ondermijnen. Hiervoor is bijvoorbeeld een minimale ticketprijs nodig. Er is een voorstel gedaan om op Europees niveau op te treden door de sociale regels voor vliegtuigbemanningen en grondpersoneel te verduidelijken, met name door een duidelijke definitie van de operationele basis in te voeren en zo een einde te maken aan bepaalde misbruiken.

Ten slotte deelden de deelnemers de behoefte aan meer concurrentievermogen tussen spoor en weg. Sommige deelnemers noemden de mogelijkheid van Europese financiële steun voor exploitanten van goederenvervoer per spoor. Er werd ook gewezen op een betere dekking door de wegensector van de externe kosten die het kan genereren (ongevallen, lawaai, onderhoud van de infrastructuur).

Jean-Baptiste Djebbari was alvast opgetogen over de kwaliteit van de debatten en over de bereikte resultaten:

“Deze informele Raad was een gelegenheid om alle Europese ministers van Vervoer bijeen te brengen en om onze eenheid en onze gemeenschappelijke ambitie opnieuw te bevestigen. Ons werk sluit aan bij de luchtvaarttop van Toulouse en bij de ‘One Ocean Summit’, die het mogelijk hebben gemaakt om sterke toezeggingen te doen om het lucht- en zeevervoer koolstofvrij te maken. Het zal bijzonder nuttig zijn om de lopende onderhandelingen onder het Franse Voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie vooruit te helpen, met het oog op de Raadszitting die voor juni aanstaande is gepland”.

Delen met:

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.