Minister Peeters weigert Spartacus-testrit met trambus ‘Exqui.City’

Vanuit onder meer de reizigersvereniging TreinTramBus werd bij Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters aangedrongen op een Spartacus-testrit met een trambus tussen Hasselt en Maasmechelen. In de oorspronkelijke Spartacus-plannen was daarvoor een sneltram voorzien maar minister Peeters wil deze vervangen door de Exqi.City trambus van de Belgische constructeur Van Hool. Een dergelijke trambus zou er sneller kunnen komen dan een sneltram en zou ook beduidend goedkoper zijn. Een en ander is echter niet naar de zin van reizigersvereniging TreinTramBus die van mening is dat met een deze trambus niet eenzelfde maximumsnelheid kan worden gehaald als met een sneltram. Omdat daardoor de reistijd gevoelig zou toenemen, zouden op een aantal knooppunten de met een sneltram voorziene aansluitingen niet kunnen worden gehaald. Daardoor zou de nieuwe OV-corridor minder aantrekkelijk worden en minder potentieel bereiken. Om te bewijzen dat de Exqui.City trambus van van Hool niet dezelfde reistijd kan halen als een sneltram, drong TreinTramBus aan op een testrit. Dit wordt nu door minister Peeters geweigerd.

 TreinTramBus twijfelt er niet aan dat de proefrit zou bewijzen dat de trambus niet bruikbaar is: “Zoals de naam Exqui.City het zelf zegt, gaat het om een voertuig voor stadsvervoer. Het rijdt nauwelijks 70 km/uur, prima op een vrije bedding in de stedelijke agglomeratie maar veel te traag voor streeklijnen, zeker op wegen waar auto’s 120 km/uur rijden. En dus arriveert die bus te laat in de knooppunten, waardoor aansluitingen niet haalbaar zijn”, zegt TreinTramBus-woordvoerder Peter Meukens. “Enkel met een voldoende snel en comfortabel alternatief kan je mensen overtuigen om de auto te laten staan”. Bij een sneltram, die per definitie op een vrije bedding rijdt, gaat men uit van een maximumsnelheid van 100 km/uur.

De minister motiveert via Twitter haar weigering met de stelling dat er geen appelen met peren mogen worden vergeleken: “Gezien het trambusverhaal op lijn 2 gekoppeld is aan maximale vrije bedding heeft het nu geen zin om een proefrit te maken” voegt de minister daar nog aan toe.

In deze stelling gaat de minister er van uit dat die vrije bedding zal gerealiseerd zijn op het moment dat de (eerste) trambussen worden geleverd. Iets wat door velen fel wordt betwijfeld. Veeleer wordt het een scenario waarbij de bestelde trambussen zullen worden ingezet vooraleer die vrije busbanen een realiteit zullen zijn. Ook bestaat de vrees dat eenmaal die trambussen zijn geleverd, er helemaal geen haast meer zal zijn om deze vrije bedding (over haar volledige afstand) aan te leggen. Ook blijkt minister Peeters met de trambussen een tracé te willen volgen dat zo reeds minder snel is dan het tracé dat voorzien was voor de sneltram.

Reizigersvereniging TreinTramBus evalueert de weigering van de minister eerder als het niet aandurven om de gevraagde testrit aan te gaan.

TreinTramBus wenst overleg met de minister over de te volgen aanpak. En dat vóór de trambussen besteld worden. “Anders dreigt Limburg een kat in een zak te kopen en opgezadeld te worden met dure bussen, die trager rijden dan vandaag. Limburg heeft juist beter en sneller openbaar vervoer nodig. En dat kan alleen maar als alle randvoorwaarden voor een volwaardig knooppuntensysteem gerespecteerd worden”, betoogt Meukens.

Volgens TreinTrambus hoort daar vanzelfsprekend bij dat alle openbaar vervoer in Hasselt het station bedient. Intussen hebben ook Maastricht en de provincie Nederlands-Limburg duidelijk te kennen gegeven dat de stad Hasselt haar rol als provinciehoofdstad ten dienste van de hele regio ten volle moet spelen en dat de sneltrams in Hasselt dus aan het station moeten vertrekken en aankomen. De burgemeester van Hasselt, Steven Vandeput, wil namelijk niet dt de Spartacus-trams tot aan het station van Hasselt (en voorbij zijn woning) rijden.