Tot dusver (cijfers eind juni 2023) rijden in België 229 elektrische bussen rond, dat is 1 e-bus per 51.000 inwoners. Een uiterst zwakke prestatie in vergelijking met de buurlanden, al doet men het in Zwitserland niet beter want met in totaal slechts 176 e-bussen is er daar eveneens slechts 1 e-bus per 50.000 inwoners aanwezig. Helemaal schamen moeten ze zich bv. in Italië waar er slechts 1 e-bus per 91.000 inwoners beschikbaar is. Het Groothertogdom scoort dan weer het best met 1 e-bus per 2.000 inwoners. Met 1 bus per 12.500 inwoners doet ook Nederland het heel goed. Groot-Brittannië (1 e-bus/29.000 inw.), Frankrijk (1e-bus/38.000 inwoners) en Duitsland (1e-bus/40.000 in woners) zitten daar tussenin. In absolute cijfers rijden er met 2.359 exemplaren het meest aantal e-bussen rond in Groot-Brittannië (15,5 % van alle geregistreerde e-bussen) terwijl er dat in Duitsland, Frankrijk en Nederland respectievelijk 2.106, 1.739 en 1.424 zijn. Dit blijkt uit de cijfergegevens die zopas werden vrijgegeven door het consultancy bureau Chatrou CME Solutions.
(Lees verder onder de grafieken)
In Vlaanderen heeft De Lijn nog steeds de ambitie om tegen 2035 over een volledig emissievrije busvloot te beschikken maar is daar halfweg 2023 nog ver van af. De ambitie om tegen 2025 over voldoende elektrische bussen te beschikken om emissievrij in alle stadskernen te rijden, lijkt nog verderaf.
De Bond Beter Leefmilieu in een persbericht op 08/02/2023: “Ook de ambitie uit het regeerakkoord om alle bussen in de stadskernen ten laatste in 2025 emissievrij te laten rijden en ten laatste vóór 2035 enkel nog zero-emissie bussen te hebben, werd ondertussen verruild voor een gefaseerde aanpak. Hoewel het regeerakkoord besloot om alle nieuwe aankopen volledig zero-emissie te maken, werd nog volop in hybride bussen geïnvesteerd. Anno 2023 zitten we daarbij nog steeds in de “exploratiefase” met amper 13 e-bussen. Ondertussen komen de bestellingen wel op gang en zouden er tegen eind dit jaar 73 e-bussen moeten rondrijden. Het blijft een druppel op een hete plaat.”
Er dient wel te worden aangestipt dat het emissievrij bedienen van stadskernen ook kan met hybride bussen.
Eind 2022 beschikte De Lijn over 2.235 lijnbussen zodat, op basis van de cijfers van Bond Beter Leefmilieu, nog geen 3,5% van de busvloot van De Lijn bestaat uit elektrische bussen. Er rest De Lijn bijgevolg nog 11 jaar om die overige 96,5% diesel- en hybride bussen te vervangen door elektrische bussen.
Er zijn trouwens nog wel meer redenen om een tandje bij te steken want eind 2023 maakte De Lijn nog gebruik van 259 bussen die minstens 20 jaar oud waren. Ondertussen heeft De Lijn wel een raamovereenkomst lopen waarmee ze binnen de 6 jaar 600 nieuwe elektrische bussen in dienst wil nemen.
Er moet wel een onderscheid worden gemaakt tussen de cijfers over het aantal bij de overheden ingeschreven lijnbussen zoals die worden gerapporteerd door Chatrou CME Solutions en het aantal lijnbussen in commerciële exploitatie zoals gerapporteerd door de Bond Beter Leefmilieu. Tussen beiden steekt namelijk een aantal maanden, onder meer voor het kunnen opleiden van de chauffeurs.
Nieuw geregistreerde e-bussen in eerste helft van 2023
Interessant is om ook de nieuw geregistreerde bussen in de eerst helft van 2023 te bekijken.
Daarbij valt op dat Groot-Brittannië zijn eerdere inspanningen verderzet terwijl Noorwegen aan een flinke inhaalbeweging bezig is. Dat laatste land dat het in vergelijking met zijn aantal inwoners al niet slecht deed, breidde in de eerste helft van 2022 zijn vloot uit van 685 naar 1031 eenheden.
Waar Nederland tijdens deze eerste jaarhelft wat pauzeert, blijft ook het Groothertogdom zijn inspanningen verderzetten. Ook al is ons land duidelijk aan een inhaalbeweging bezig, ook hiermee vergeleken verbleken de Belgische cijfers.
Constructeurs
De markt van elektrische bussen is een zeer concurrentiële en versnipperde markt met steeds maar wisselende stijgers en dalers waarbij slechts enkele constructeurs zich weten te handhaven, zoals het Poolse Solaris zich als marktleider (12,4% van de markt sinds 2012) weet te handhaven.
Opvallend is de sterke prestatie van MAN dat zich tijdens de eerste helft van 2023 een marktaandeel van 10,1 % zag toebedeeld.
VDL Bus & Coach weet zich over deze periode verzekerd van een marktaandeel van 8,8% maar in de eerste helft van 2023 verschenen van deze constructeur slechts 25 nieuwe e-bussen op de Europese wegen (een marktaandeel van 1%).
Of het er iets mee te maken heeft, is niet duidelijk maar VDL Bus & Coach heeft in 2022 in Roeselare een nieuwe fabriek voor uitsluitend e-bussen gebouwd. Waar de constructeur op zijn website er nog steeds prat op gaat dat deze nieuwe fabriek begin 2023 officieel zou worden geopend, blijkt volgens de laatste berichten deze officiële opening met een jaar uitgesteld. Nochtans worden in de nieuwe vestiging reeds sinds de tweede helft van 2022 bussen geassembleerd. De productie zou daarbij geleidelijk aan van de vroegere Roeselaarse vestiging worden verplaats naar de nieuwe vestiging.
De Belgische constructeur Van Hool is in de zeer moeilijke markt van elektrische bussen nog steeds op achtervolgen aangewezen. Waar tot voor kort deze constructeur haar eieren vooral in de mand van de waterstofbus bleef leggen, kwam ze pas in mei van vorig jaar voor de dag met een lijn voor elektrische bussen, de zogenaamde A-serie. Vertegenwoordigt deze constructeur met tot dusver 115 geleverde elektrische bussen 0,8% van de markt, dan is tijdens de eerste helft van 2023 het marktaandeel van deze constructeur te zoeken bij de 5,4% “andere”.
De 36 elektrische bussen die De Lijn bij Van Hool eind 2021 bestelde, blijken ondertussen wel volop in te stromen. Alvast in het stadscentrum van Kortrijk zijn deze nieuwe elektrische bussen al volop op te merken.
Waterstofbussen
Wel blijft Van Hool het nog steeds heel goed te doen in de markt van de waterstofbussen. Sinds 2012 liet Van Hool 132 nieuwe registraties, wat goed is voor een marktaandeel van 28,3%. Daarvan werden er nog 26 (27,1% marktaandeel) in de eerste helft van dit jaar geregistreerd.
Toch blijft de markt van de waterstofbussen een zeer marginale markt die minder dan 1% van de markt van bussen met alternatieve aandrijving (elektrisch, hybride, CNG en waterstof) vertegenwoordigd. Daartegenover staat het marktaandeel van 44% voor de elektrische bussen.
Waterstofbussen blijken vooral te worden aangekocht voor het langeafstandsverkeer, een vervoerssegment dat het Belgische streekvervoer overstijgt.
CNG-bussen die lang als milieuvriendelijkste oplossingen golden (met in 2022 nog steeds een aandeel van 34%, blijken nu duidelijk aan hun zwanenzang begonnen dit terwijl hybride bussen net als elektrische bussen aan een verdere opmars bezig zijn.
En als uitsmijter: Momenteel zijn op de Europese wegen 74% van de lijnbussen bussen met een ‘alternatieve aandrijving’ (elektrisch, hybride, waterstof en CNG) waarvan de bussen met een nuluitsoot (elektrisch en waterstof) 37,5 van dat aantal vertegenwoordigen (22,4% in 2021), aandeel dat quasi uitsluitend is toe te schrijven aan elektrische bussen.
Met dank aan Wim Chatrou voor de aangeleverde cijfers en grafieken. Afgeleide cijfers en grafieken door Duurzaam Mobiel
Laat een reactie achter