Het kanaal Leie – Roeselare is met zijn 16,5 km bescheiden in lengte en kan daarbij ook geenszins wedijveren met het net geen 130 km lange Albertkanaal. Maar waar het Albertkanaal pas in 1946 werd in gebruik genomen, kan het kanaal Leie – Roeselare bogen op een geschiedenis van 150 jaar.
Voor de eerste maal in gebruik genomen in 1872, werd het kanaal verschillende keren gemoderniseerd en verbreed. Zo werd tussen 1934 en 1942 het kanaal verbreed van 13,5 tot 24 meter. Tussen 1967 en 1976 werden verbredingswerken uitgevoerd die het kanaal tot 50 meter breed maakten. Daartoe diende in 1976 de toenmalige sluis van Kachtem te worden opgeheven. Sindsdien is het kanaal 3,5 meter diep en uitgerust voor scheepvaart tot 1350 ton. Het kanaal staat daarbij geklasseerd onder klasse IV.
De functie van het kanaal is sinds zijn beginjaren dan ook behoorlijk gewijzigd. Waar in zijn beginjaren het kanaal vooral bedoeld was om kolen vanuit de Borinage aan te voeren naar Ingelmunster, Izegem en Roeselare, ontwikkelde zich langs de boorden van het kanaal heel wat industrie. De scheepvaart op het kanaal nam geleidelijk toe van 36 765 ton in 1881 tot 184 508 ton in 1913 en 480 000 ton in 1934. Meer dan de helft van de aangevoerde producten was bestemd voor de haven van Roeselare.
Task Force
Omdat er tot voor kort geen instantie was die opkwam voor de economische belangen van het kanaal, zijn er geen geconsolideerde cijfergegevens over het actueel vervoer op het kanaal meer beschikbaar. De Vlaamse Waterweg nv zorgde in opdracht van het Vlaamse Gewest weliswaar voor het beschikbaar stellen van de infrastructuur maar initiatieven die het economisch activiteit van het kanaal verder moeten aanzwengelen, waren versnipperd. De Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) West-Vlaanderen ondeneemt bijvoorbeeld initiatieven om meer vracht van de weg naar de binnenvaart (en het spoor) te brengen maar deed elk van de private spelers verder zijn ding, zodat ook deze gegevens versnipperd bleven.
Om daar verandering in te brengen hebben de Vlaamse Waterweg nv, de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij POM West-Vlaanderen, VOKA, de West-Vlaamse Intercommunale WVI en de kanaalgemeenten dit voorjaar de ‘Taskforce Kanaalzone’ opgericht. Het idee en het initiatief van deze taksforce kwam trouwens van het burgemeestersoverleg van de regio Midwest.
Karen Buyse, communicatieverantwoordelijke bij de afdeling ‘Regio West’ van de Vlaamse Waterweg nv:
“Onder impuls van deze taskforce wordt de kanaalzone nog meer uitgebouwd tot economische motor voor de regio. Het bundelen van de krachten en het betrekken van alle mogelijke gebruikers, bewoners en belanghebbenden moet meer duurzame bedrijvigheid opleveren en de hele omgeving van het kanaal meer leefbaar maken. De taskforce zal dus alle werken omtrent de opwaardering coördineren en op elkaar afstemmen”.
Het bundelen van de krachten moet voor de toekomst ook betere statistieken opleveren over het economische belang van het kanaal.
De historische haven in centrum van Roeselare
Tekenend is bv. de historische industrie in hartje Roeselare, tussen de Bruanebrug en de ‘Kop van het kanaal’. Deze ‘Kop van het kanaal’ bevindt zich op 500 meter van het station en in vogelvlucht op 600 meter van de Grote Markt. O.a. heel wat veevoederbedrijven, maar ook deegwarenfabrikant Soubry, vonden en vinden er een onderkomen. In deze strook is het kanaal trouwens ‘slechts’ 30 km breed.
Nadat de laatste jaren het tonnage vervoerde goederen op het kanaal met meer dan 15% gestegen (*) is het kanaal aan een verdere opwaardering toe waarbij het kanaal wordt aangepast aan schepe van klasse Va. Dat zijn Dat zijn schepen van 110 meter lang en 11,4 meter breed die tot 3.000 ton goederen vervoeren, het equivalent van zowat 150 vrachtwagens. Er zijn wel steeds minder schepen die elk meer vracht vervoeren.
De in Roeselare langs het kanaal gelegen ‘Zandhandel’ gaat er trouwens prat op dat zij door haar scheepstransporten jaarlijks 25.000 vrachtwagens van de weg houdt:
40% van het vervoer op de Leie heef het kanaal Leie – Roeselare als bestemming . Als het kanaal er niet zou zijn, zouden er in 2020 bijkomend 232.000 vrachtwagens op onze wegen te vinden zijn.
Tussen de sluis van Ooigem, waar het kanaal uitmondt in de Leie, en de zwaaikom (net voor de Bruanebrug, waar de grotere schepens rechtsomkeer kunnen maken) wordt het kanaal verdiept tot 4,2 meter. Van de zwaaikom tot aan de hier eerder genoemde ‘Kop van het kanaal’ wordt de diepte op 3,8 meter gebracht. Opdat schepen met drie lagen containers zouden kunnen passeren, dienen bruggen te worden verhoogd en ook de sluis van Ooigem dient volledig te vorden vernieuwd. Heel wat werken zijn momenteel aan de gang of voltooid. In 2024 dienen alle werken te zijn beëindigd.
Openbaar overslagcentrum voor palletvervoer
Binnen deze werkzaamheden neemt in Roeselare de bouw van een nieuwe publieke kade van 230 meter lang en een oppervlakte van 18.000 m2 een bijzondere plaats in. Deze regionaal belangrijke infrastructuur zal niet alleen de reeds belangrijke overslag van zowel bouw- als bulkmaterialen versterken maar zal zich in het bijzonder ook toeleggen op het vervoer van palletten, dit als aanvulling van de regionale contraineroverslagkade langs de Leie in Wielsbeke.
Niet alle bedrijven hebben nood aan containervervoer. Heel wat vervoer is namelijk kleinschaliger en geschiedt bij middel van palletten en daarvoor worden nu voornamelijk vrachtwagens gebruikt. Het nieuwe overslagcentrum in Roeselare moet ook heel wat van dat palletvervoer weghalen van de vrachtwagen.
De locatie wordt gekozen op basis van de resultaten van een studie van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij (POM) West-Vlaanderen. Het betreft een investering van 6,6 miljoen euro, die voor 80 % gedragen wordt door de ‘Vlaamse Waterweg (met daarin 40 % aan Europese subsidies) en voor 20 % door POM West-Vlaanderen. Er is een goede ontsluiting met zowel de E413 (Kortrijk – Brugge) als met de Rijksweg Roeselare – E17, waarbij het centrum van Roeselare wordt ontzien.
De POM West-Vlaanderen zet zit in elk geval sterk in om vracht vanuit de weg over te hevelen naar spoor en binnenvaart. Na een oproep in 2020 toonden 80 bedrijven daarin interesse. Voor 51 bedrijven werd een analyste gemaakt wat nu reeds zorgt voor 215.500 km minder op Vlaamse wegen. De POM West-Vlaanderen biedt daarbij een grondige analyse van wat de modal shift voor individuele bedrijven kan betekenen. De ontwikkelingsmaatschappij identificeert de opportuniteiten die er voor deze bedrijven zijn en ze stelt u een alternatieve haalbare aanpak voor. Daarbij wordt op drie criteria (kostprijs, lead-time door-to-door en CO2-footprint) de huidige transportaanpak vergeleken met het alternatief. Tot dusver richten deze analyses zich op containervervoer maar na finalisering van de overslagterminal in Roeselare komt daar ook het palletvevoer bij.
Bij de Vlaamse binnenvaart bestaat 66,5% uit droge bulk, 18,9% uit vloeibare bulk en slechts 0,8% uit palletvervoer. Er is bijgevolg ruimte om het aandeel palletvervoer te verhogen en de nieuwe overslagterminal van Roeselare kan daar vanaf komende winter een rol in spelen.
De modernisering van het kanaal Leie – Roeselare, waarvan de kades grotendeels dateren van omstreeks 1976 en waarvoor bodembeschermingsmaatregelen nodig zijn om verzakkingen te vermijden, kan niet los worden gezien van het project ‘Seine Schelde Vlaanderen’ dat het verbeteren van de infrastructuur beoogt op de verbinding tussen Seine en Schelde en waarbij gestreefd wordt om zoveel mogelijk schepen met een laadvermogen van 4.500 en drie lagen containers toe te laten. Verder wordt er aandacht besteed aan riviersherstel, recreatie en stadsverniewing.
(*) Bron: https://www.seineschelde.be/kanaal-roeselare-leie-waarom
Laat een reactie achter