Terwijl zeeschepen in de havens aangemeerd liggen, blijven de motoren draaien om ze te voorzien van elektriciteit. Zo verbruikt bv. een ferryboot aan de kade per uur 700 liter brandstof tegenover 2000 liter in volle zee (tussen 500 en 2000 liter per uur diesel voor een cruiseschip bij gemiddeld 7 liter per uur voor een auto). De uitstoot is navenant en de slechte kwaliteit van de gebruikte brandstof draagt zeker niet bij tot een beperking van de uitstoot. Met geld van de Europese Unie hebben havens van Kappelskär (Zweden) en Naantali (Finland) een gezamenlijk project gestart om de CO2-uitstoot van de scheepvaart te verminderen. Het doel is om een faciliteit op te zetten om schepen op hun ligplaats van stroom te voorzien, zodat schepen hun motoren kunnen uitschakelen terwijl ze in het havengebied zijn. Ook aan de Franse Azurenkust staat het thema in de belangstelling. Zo publiceerde het Zuid-Franse observatorium AtmoSud reeds in december 2017, een studie over de ‘maritieme’ uitstoot aan in de havens en sindsdien is daar de belangstelling voor het onderwerp niet verdwenen. Ook daar investeert men aan de kades in aansluitpunten die schepen moeten voorzien van elektriciteit.
Finland en Zweden
Het project in Finland en Zweden maakt deel uit van een breder investeringsinitiatief van de Stockholm Ports Corporation voor het bekomen van een betere luchtkwaliteit. Kappelskär, gelegen ten noorden van Stockholm, maakt deel uit van de havengemeenschap in de Zweedse hoofdstad. Het project, dat door de Europese Unie wordt gesteund, moet begin november van start gaan en tegen 2023 voltooid zijn. 30% van de investering zal worden gedekt door de financieringsfaciliteit voor Europese verbindingen (CEF) van de EU. Bedoeling is dat de schepen in de havens hun motoren kunnen stilleggen en voor hun energievoorziening de schepen met een elektrische leiding kunnen aankoppelen aan infrastructuur aan de kades.
De Europese Unie heeft in de zomer van 2020 besloten om de ontwikkeling van acht Zweedse infrastructuurprojecten te ondersteunen, waaronder de ontwikkeling van havens in de regio Stockholm.
Slechte kwaliteit van gebruikte brandstoffen
De slechte kwaliteit van de gebruikte brandstoffen ligt aan de basis van de sterk verontreinigende uitstoot van zeeschepen. De motoren van schepen, die op lage snelheid werken, maken het gebruik van de restproducten van de ruwe-olieraffinage mogelijk. In 2010 waren de belangrijkste brandstoffen die in de internationale scheepvaart werden gebruikt zware stookolie (HFO) met een hoog zwavelgehalte van 87 % en scheepsbenzine en -diesel (MGO/MDO) met een zwavelgehalte van 13 %.
Uitstoot tijdens het stil liggen aan de kade
Het grootste deel van de emissies van de scheepvaart werd uitgestoten tijdens het aanmeren in de haven. Ook in de navigatiemodus “cruising” en in de Reduced Speed Zone (RSZ) worden hoge emissieniveaus uitgestoten. Containerschepen zijn de schepen met de hoogste uitstoot ter wereld en kunnen verantwoordelijk zijn voor meer dan 60% van de totale uitstoot. Ook olietankers en passagiersschepen (lijnschepen en veerboten) behoren tot de grootste emittenten.
Zo blijkt uit een studie van juni 2019 van de NGO Transport & Environment dat 94 cruiseschepen tien keer meer zwaveldioxide uitstoten dan 260 miljoen auto’s.
Franse Azurenkust
Ook aan de Franse Azurenkust is men zich van deze problematiek bewust al erkent men dat het zeetoerisme een economische sector is die cruciaal is voor de werkgelegenheid en voor de internationale reputatie van de regio. Een en ander mag echter niet ten koste gaan van de gezondheid van de inwoners.
Vandaag de dag wordt 20% van de bevolking van de ‘Région Sud’ (Provence / Alpes / Côte d’Azur) blootgesteld aan een overschrijding van de luchtkwaliteitsnormen, met meer significante pieken in de stadshavens, het meest significant in de omgeving van Marseille.
Cruiseschepen en ferryboten
Los van de vrachtschepen, die vooral de havens van Marseille aandoen, is er in de havens van Marseile, Nice en Toulon heel veel ferryverkeer en meren er ook heel wat cruiseschepen aan. Zo meren in Marseille jaarlijks zo’n 3700 ferry’s en cruiseschepen aan. In Toulon is dat 1200 van dit soort schepen en voor Nice 850.
Uit een meting in 2016 blijkt dat de haven van Fos-sur-Mer (op 50 km ten Noord-Westen van Marseille) met meer dan 8.000 ton/jaar de grootste uitstoter van NOx is, gevolgd door de havens van Marseille (1.705 ton/jaar), Nice (288 ton/jaar) en Toulon (213 ton/jaar). De kenmerken van de emissies variëren afhankelijk van de havens en de wijze van navigatie. In de haven van Marseille zijn ro-ro-schepen en veerboten de grootste uitstoters van SOx, ongeacht de wijze van varen, terwijl in de haven van Fos-sur-Mer olietankers het meest uitstoten tijdens de aanlegfase en containerschepen het meest uitstoten tijdens manoeuvres.
Quick win
De problematiek is dus ruimer dan alleen maar schepen die aan de kade aangemeerd liggen, maar juist daar ligt hem een quick win in de vorm van elektriciteitsaansluitingen voor de schepen. Maar dan wel een quick win met een grote impact. Pienre-Charles Maria, voorzitter van het observatorium Atmo-Sud in de regionale krant Nice-Matin van 6 september 2019:
“Binnen een straal van 100 km rond een haven heeft meer dan de helft van de uitstoot van de schepen te maken met het aanlopen van de haven. Bovendien is het de plaats waar de boten in de buurt van de woningen liggen en waar dus de impact het belangrijkst is voor de bevolking. Als de hulpmotoren in de havens worden stilgelegd, wordt de vervuiling die met deze activiteit gepaard gaat, gehalveerd. Het is dus geen symbolische actie, maar iets dat onmiddellijk verbetering kan brengen voor de lokale bevolking”.
Daarom besliste de regio in september 2019 om 30 miljoen euro te investeren in maatregelen die de uitstoot door ferry’s en cruiseschepen moeten verminderen. Daarvan gaat 20 miljoen euro naar elektrische aansluitpunten zodat eens die ferry’s en cruiseschepen zijn aangemeerd, ze hun motoren aan de kade kunnen stilleggen. Daarnaast gaat ook 6 miljoen euro naar mobiele aansluitpunten in de haven van Nice.
Operationeel in 2025
Dergelijke elektrische aansluitingspunten zouden een première zijn voor Frankrijk terwijl in september 2019 wereldwijd nog maar 12 havens over een dergelijke uitrusting beschikken. Deze aansluitingspunten zouden in 2025 operationeel moeten zijn.
Verder is 5 miljoen euro (300.000 euro per schip) bestemd voor de rederijen zodat die hun schepen kunnen aanpassen voor het aftappen van elektriciteit op de kades. Ook is er 1 miljoen weggelegd voor filters voor in de schoorsten van de schepen. Dit moet vooral vervuiling reduceren bij het verlaten van de kademuren.
De overige miljoenen zijn verspreid over verschillende initiatieven.
Lees ook de hieropvolgende opiniebijdrage: “Zijn elektrische aansluitpunten voor zeeschepen haalbaar in Belgische havens ?“
Laat een reactie achter