Antwerpse trams verliezen onderweg nog te veel tijd: betere doorstroming kan geld besparen

In Antwerpen worden nog tè veel oude PCC-trams ingezet (foto: 'Willem_90' via Wikipedia)

Vrijwilligers van de reizigersvereniging TreinTramBus hebben dit jaar (2022) met de chronometer in de hand nauwkeurige doorstromingsmetingen uitgevoerd op alle tramlijnen in Antwerpen. Daaruit blijkt dat trams tussen de 5 en 24% van hun totale reistijd verliezen aan verkeerslichten. Maar ook tijdens het op- en afstappen van reizigers wordt nog te veel tijd verloren. In totaal neemt de stilstand aan de haltes gemiddeld 16,7% van de reistijd in beslag. Oorzaken: te korte trams, nieuwe trams met steeds minder deuren en de hinderlijke plaatsing van ontwaardingstoestellen in de deuropening. Terwijl de lagevloertrams niet voorzien zijn van achterdeuren worden in deze trams de voordeuren niet gebruikt. Zorro/Ringland en TreinTrambus presenteerden hun bevindingen op een persconferentie die vandaag plaats vond.

Verkeerslichten

Omdat de trams in Antwerpen te vaak moeten wachten aan verkeerslichten, is de gemiddelde snelheid veel te laag. In verhouding tot het aantal verkeerslichten op het traject is tramlijn 3 de lijn met de beste doorstroming qua verkeerslichtenregeling. De korte tramlijn 11 is al jaren de slechtst bedeelde lijn, met bijna een kwart van de tijd stilstand voor rood. Dat vertaalt zich ook in een gemiddelde snelheid van slechts 10,7 km/u. Ook de premetrolijn 8 scoort, ondanks slechts 7 verkeerslichten op het traject, vrij slecht, mede door de slechte en ondoordachte inplanting van de haltes Herentalsebaan voor het verkeerslicht zelf.

Bron: TreinTramBus

Toch is het niet dat er de jongste tijd geen inspanningen werden geleverd om deze doorstroming te verbeteren: “Zowel op de gewest- als de gemeentewegen slagen de wegbeheerders er intussen wel in om vooruitgang te boeken bij de lichtsturing door trams en bussen. Toch zijn de al doorgevoerde verbeteringen niet altijd zichtbaar in een aangepaste dienstregeling.”

Voor de reiziger betekent dat dus nog geen snellere verplaatsing: “Wanneer daar werk van zou worden gemaakt, zou het – hopelijk tijdelijke – tekort aan bestuurders deels kunnen worden opgevangen zonder de frequenties te moeten wijzigen. Vooral op de tramlijnen 11 en 24 zijn de dienstregelingen onnodig langgerekt. Gerichte maatregelen kunnen de doorstroming nog verder verbeteren en zo leiden tot meer efficiëntie (meer ritten met hetzelfde materieel en evenveel personeel) en tot een beter en sneller aanbod voor de reiziger“.

Illustratie: TreinTramBus

“Het ligt voor de hand dat lijnen die door de premetro rijden, minder tijd verliezen aan verkeerslichten dan bovengrondse lijnen. Een betere lichtsturing zal dus meer voordeel opleveren op die laatste. De winst die daar gehaald wordt, kan ook leiden tot een herverdeling van middelen ten voordele van alle lijnen” aldus nog het verspreide persbericht.

Haltes

Stilstand aan de haltes neemt gemiddeld 16,7% van de rijtijd in beslag. “Wat vrij veel is” vinden TreinTramBus en Zorro/Ringland. En ook: “Voor de slechtere doorstroming in en rond de voertuigen is niet de wegbeheerder maar De Lijn zelf verantwoordelijk”.

Tramlijn 8 noteerde opvallend weinig verliestijd per rit door op- en afstapbewegingen (10,7%). Dat heeft te maken met het lage aantal haltes en natuurlijk ook met de inkorting tot halte Astrid (net niet in het stadshart), wat ook veel reizigers deed afhaken. Zowel lijn 4 (veel rituitval) als lijn 10 (overbelasting) piekte met bijna 21% stilstand aan de haltes.

Erik Heylen van TreinTramBus: ‘Een betere doorstroming is een uitgelezen kans om de dienstverlening te verbeteren, zónder de behoefte aan extra middelen. Wij vragen met aandrang aan De Lijn om die kans niet te laten liggen“.

Er blijken in Antwerpen nog te veel oude PCC-trams te worden ingezet, dit ondanks de beschikbaarheid van meer dan 140 moderne trams. Volgens TreinTramBus en Zorro/Ringland houdt De Lijn tijdens de weekends en de vakantieperiodes heel wat moderne trams in de remises terwijl ze de oude trams de weg opstuurt. “Nochtans zijn die niet meer aangepast aan de normen voor modern comfort en toegankelijkheid. Het is schrijnend dat het zo lang moet duren vooraleer de CAF- trams in gebruik worden genomen” heet het nog. De verenigingen vinden dat de inzet van de oude PCC-trams tot het uiterste minimum dient beperkt te worden gehouden.

Ook de aanschaf van nieuwe langere trams, die voorzien zijn van meer deuren, kan ervoor zorgen dat de haltetijden korter worden. Tevens stellen TreinTramBus en Zorro voor om langere trams in te zetten op de drukke lijnen 3, 5, 10 en 15. Een eerste zinvolle investering, die niet eens zoveel kost, is het ombouwen van de vijfdelige Flexity-trams naar zevendelige rijtuigen. Dit blijkt technisch reeds voorzien.

Frequentieverhogingen bij middel van ‘Twinlines’

Ook frequentieverhogingen kunnen de druk aan de haltes en bijgevolg de tijd aan de haltes verkorten. In afwachting van een robuust overstapmodel vragen Zorro en TreinTramBus verbeteringen aan te brengen aan het huidige net, zonder ergens iets af te bouwen. “Dat kan vrij budgetneutraal wanneer de doorstroming verbetert en bijgevolg de doorlooptijden verkorten”. Zo moet men op lijnen waar twee tramlijnen over een belangrijk stuk samen rijden maximaal streven naar twinlines die door de combinatie tot vrij laat hoge frequenties halen. We denken bv. aan combinaties van lijn 3 en 5 tussen Linkeroever en Schijnpoort, 2 en 3 tussen Merksem en Astrid, 2 en 6 tussen Olympiade en Merksem, 7 en 15 tussen Mortsel en Harmonie, 8 en 10 tussen Zegel en Zuid (dus 8 te verlengen), 9 en 15 tussen Linkeroever/Regatta en Plantin, 4 en 9 tussen Berchem en Eksterlaar of verder.
Een eenvormige avonddienst van 15 minuten als het kan en 20 minuten als het moet, is dan beter dan de huidige wispelturige dienstregeling. Bovengrondse stadstrams en premetrotrams hebben liefst dezelfde frequenties (vlotter voor overstappen), maar de lengte van de stellen kan verschillen.

Burgeronderzoek

“TreinTramBus en Zorro willen de metingen laten uitgroeien tot een doorstromingsbarometer als burgeronderzoek. Vrijwilligers kunnen dan op regelmatige tijdstippen de evolutie meten en rapporteren. Zo kan de vooruitgang die we de komende jaren verwachten, ook objectief gemonitord worden” stelt te slotte Dirk De Weerdt van Zorro.

Van de gelegenheid maakten TreinTramBus en Zorro/Ringland gebruik om hun verdere grieventrommel over het openbaar vervoer in de stad Antwerpen open te trekken.

Delen met:

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.