Tijdens de bijeenkomst van de gemeenteraadscommissie ‘Financiën, Mobiliteit, Toerisme, Middenstand en decentralisatie” van gisteren (20/03/2023) liet schepen Koen Kennis duidelijk zijn ongenoegen blijken over het negatieve antwoord dat hij van Vlaams mobiliteitsminister Lydia Peeters mocht ontvangen over het terugschroeven van de frequentie van het Schelde-veer. Op 1 april van vorig jaar (2022) werd tijdelijk een tweede veerboot ingezet zodat er in Antwerpen om het kwartier een verbinding tussen beide oevers ontstond maar aan deze maatregel komt op 1 april (2023) een einde zodat vanaf dan wordt teruggevallen op een halfuurfrequentie. In Antwerpen pleit men er, tot dusver tevergeefs, voor om de kwartierfrequentie te behouden. Op langere termijn zou men liever een nog hogere frequentie zien. De minister kaatst de bal echter terug: “Vervoer over water is vervoer op maat waarover de vervoerregioraad kan zelfstandig kan beslissen“.
Schepen Koen Kennis: “Het zou goed zijn om de huidige frequentie te behouden omdat we merken dat het veer zeer goed wordt gebruikt. Trouwens, in het regionaal routeplan 2030 zijn we nog ambitieuzer”. Verder wijst de Antwerpse schepen er op dat een hoogfrequent Schelde-veer eveneens bijdraagt tot grotere modal shift.
De schepen is dan ook zeer ontstemd over het negatieve antwoord dat hij van minister Lydia Peeters mocht ontvangen: “Ik vind dat een beetje een jammer antwoord omdat de minister zelf op een bepaald moment de hele watermobiliteit naar zich heeft toegetrokken. Wij zullen dan ook een brief naar de minister terugschrijven met de vraag haar verantwoordelijkheid op te nemen. (…) Ik hoop dat daar het gezond verstand zegeviert”.
In een reactie laat de woordvoerster van minister Lydia Peeters weten dat het inleggen van de tweede veerboot een tijdelijke vervangende maatregel was die werd ingelegd tijdens de werken aan de liften van de Sint-Anna-tunnel: “We hebben hier ook steeds benadrukt dat het om een tijdelijke maatregel ging die zou worden opgeheven zodra de werken aan de tunnel afgerond zouden zijn”.
En verder: “We zijn gecharmeerd dat deze maatregel door zoveel Antwerpenaren zo gesmaakt werd en tijdens de werken zo vaak gebruikt werd. Of het veer echter als permanente oeververbinding een plek krijgt in een mobiliteitsaanbod van de stad, dat is een keuze waarvoor ofwel het stadsbestuur ofwel de vervoerregioraad aan de lat staat. Wij kunnen als Vlaamse overheid niet zomaar een extra jaarlijkse 1,8 miljoen euro toekennen bovenop alles wat heden al in Antwerpen wordt geïnvesteerd, maar binnen hun eigen beleidsdomein hebben de vervoerregioraad en de stad Antwerpen net het mandaat om dit soort lovenswaardige initiatieven te financieren”.
Het kabinet van de minister stelt dan ook dat het vervoer over water een vervoer op maat is (VOM) waarover de Antwerpse vervoerregioraad zelfstandig kan beslissen: “Men moet ook op dat niveau vrij keuzes maken; de Vlaamse overheid gaat zich over deze interne keuzes niet uitspreken”. En verder: “Wel zijn wij altijd bereid desgewenst het operationele kader van deze tweede veerdienst te verzorgen gezien de expertise van MDK. Die vraag hebben wij tot nu toe nog niet concreet gekregen”.
Over dat Scheldeveer is trouwens het laatste woord nog niet gezegd. Er bestaan namelijk ook plannen voor een nieuwe voetgangers- en fietsersbrug over de Schelde waarbij sommige kringen zich afvragen of de kostprijs daarvan wel opweegt tegen een hoogfrequent veer ? Anderzijds lijkt men bij het Antwerpse stadsbestuur wel te willen mikken op zowel een nieuwe voetgangers- en fietsersbrug als op een hoogfrequent veer. Of voor beide oplossingen samen voldoende geld kan worden vrijgemaakt, is een nog moeilijkere vraag.
Laat een reactie achter