Dossier Hamont – Weert: Provincie Nederlands-Limburg verkiest elektrificatie

Foto: Arcadis-document "Hamont - Weert / Studie elektrificatie reizigersvervoer"
Maarten
van Gaans-Gijbels
(Foto: Provincie
Nederlands-Limburg)

Naar aanleiding van ons recent dossier over de heractivering van de spoorlijn Hamont-Weert voor het reizigersverkeer, hadden we een gesprek met de heer Maarten van Gaans-Gijbels, gedeputeerde in de Nederlandse provincie Limburg, bevoegd voor onder meer infrastructuur & mobiliteit. Opmerkelijkste uitspraak: Omdat in zowel Nederland als België de aanpalende spoorvakken zijn geëlektrificeerd, is het vanuit duurzame grensoverschrijdende mobiliteit geredeneerd een gemiste kans om de ontbrekende 10 kilometer niet te elektrificeren.

Net als in België maakt een gedeputeerde in Nederland deel uit van de uitvoerende macht van een provincie, de op-een-na-hoogste bestuurslaag tussen gemeenten en nationale (en in België ook Vlaamse) regering. Maar in tegenstelling met ons land –waar de provincies stelselmatig worden uitgekleed– hebben in Nederland provincies nog hun volle bevoegdheid. Een gedeputeerde heeft in Nederland de status van minister op provinciaal niveau. Dit geeft  de woorden van gedeputeerde Maarten van Gaans-Gijbels dan ook enig gewicht.

HET INTERVIEW:

(Duurzaam Mobiel = DM / Gedeputeerde Maarten van Gaans-Gijbels = MvG-G)

DM:          Verrast de inhoud van het artikel over het dossier voor de reactivering van de spoorlijn Hamont – Weert voor het reizigersverkeer ?

MvG-G:   Enkele hoofdlijnen er uit herkennen we. Op andere onderdelen verrast de stelligheid ons. In tegenstelling tot de mogelijke beeldvorming in het artikel, moet duidelijk zijn dat gekeken is naar ander treinmaterieel (batterijtrein). Maar het is de afweging van de provincie geweest dat

a)  deze keuze primair is aan de vervoerder en niet aan het bestuur van de provincie

b)  het redelijkerwijs financieel niet verantwoord is om voor deze 10 kilometer een stand-alone product in te brengen. Immers; op de aanpalende spoorbaanvakken is zowel in België als in Nederland alles geëlektrificeerd.

Aansluitend op dit antwoord stelden we ook nog de vraag of een en ander is ingegeven vanuit een zekere vrees dat een niet-geëlektrificeerde spoorlijn gemakkelijker kan opgeheven worden dan een geëlektrificeerde lijn, maar daar mochten we op het moment van de publicatie van dit interview, nog geen antwoord op ontvangen.

DM:          Veranderen de bevindingen/vaststellingen van Duurzaam Mobiel iets aan het standpunt van de provincie en vindt de provincie dat het dossier in de toekomst anders moet worden benaderd ?

MvG-G:    De provincie Limburg was, is en blijft pleitbezorger voor de opwaardering van dit baanvak op de lijn Antwerpen-Hamont-Weert en heeft hiervoor 4 miljoen euro beschikbaar gesteld. Op haar beurt heeft de Nederlandse gemeente Weert aanvullend ook 2 miljoen euro beschikbaar gesteld. (Deze beide bedragen staan in de respectievelijke begrotingen opgenomen als regionale cofinanciering).

DM:         Moeten er volgens de provincie nieuwe en bijkomende onderzoeken komen ?

MvG-G:    Er is al veel onderzoek gedaan. Het is een beslissing over rijksinfrastructuur en de bevoegdheid ligt bij het ministerie in Den Haag.

DM:          Op welke manier was de provincie Nederlands-Limburg betrokken bij de voorbereiding en de evaluatie van het dossier ? Wat was de inbreng van de provincie ?

MvG-G:       Vanuit de provincie Limburg is het Eurekarail programma opgezet. In dit onderzoek, met financiële ondersteuning vanuit de EU, hebben we alle kansen in beeld gebracht om de 4 grensoverschrijdende railverbindingen van de Nederlandse provincie Limburg structureel te verbeteren. Met als achterliggende doelstelling om duurzame mobiliteit mogelijk te maken en beter aangesloten te zijn op de Hogesnelheidstations in Düsseldorf, Aken, Luik en Antwerpen.

Voor 3 van de 4 verbindingen hebben we/zijn we heel ver om daar stevige stappen in te zetten. Ook is de provincie in sterke mate agenderend geweest en heeft daarbij voor de opgave Weert ook dankbaar gebruik gemaakt van een Vlaams netwerk van stakeholders die ook deze ambitie hadden. Op veel momenten hebben we vanuit de Nederlandse provincie Limburg op formele en informele wijze geparticipeerd in het onderzoek en hebben ook aangedrongen om een meerdere varianten in het onderzoek op te nemen.

DM:          Kan een vroeger aankomstuur in Weert van (eventuele) toekomstige treinen uit Antwerpen en Hamont (vroeger aankomstuur dan hetgeen waarmee nu wordt rekening gehouden) het dossier nog beïnvloeden door bijvoorbeeld een verhoging van de maximumsnelheid tussen Hamont en Weert van 40 km/uur naar 120 km/uur in plaats van naar 80 of 90 km per uur? Of door voor de reistijd tussen Antwerpen en Neerpelt de reistijd van 20 jaar geleden aan te houden.  Toen deden trein op dat traject er 10 minuten minder lang over dan vandaag de dag.

MvG-G:       De dienstregeling is het stuitstuk van het geheel. De eerste hobbel die genomen moet worden is een antwoord krijgen op de vraag of er een positief besluit genomen kan worden over het opwaarderen van het tracé tussen Weert en Hamont (als onderdeel van de lijn Antwerpen-Hamont-Weert). Het tracé dient geëlektrificeerd te worden en de beveiliging dient ook gemoderniseerd te worden. Pas dan kan een elektrische trein met normale snelheid naar Weert rijden. De trein die nu 40 minuten in Hamont staat te wachten kan bijvoorbeeld mooi in die tijd op en neer naar Weert rijden.

DM:          Is het logisch dat de lasten voor de nodige investeringen aan de spoorlijn eenzijdig door de Nederlandse zijde moeten worden gedragen ? Zou de provincie het gerechtvaardigd vinden mochten ook de instanties aan Belgische zijde een financieel steentje bijdragen voor een dossier waarin zij ook sterk vragende partij is ?

Bij wijze van voorbeeld: bij de elektrificatie en het op dubbel spoor brengen van de spoorlijn tussen Wasserbillig (L) en Konz (D) in 2017. Als onderdeel van het verzekeren van de verbinding Luxemburg-stad – Trier – Koblenz, droeg het Groothertogdom als grotendeels vragende partij, voor 42% bij in de investeringskosten voor het moderniseren van de spoorlijn (8 van de in totaal 19 miljoen euro).

MvG-G:       Het zou mooi zijn als dat zou gebeuren, maar die afweging ligt niet op de tafel van de provincie. Het klopt dat beide landen voordelen hebben bij het opwaarderen van deze internationale treinverbinding.

Delen met:

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.