Terwijl in de huidige vestiging van buscontructeur VDL in de Roeselaarsee deelgemeente Beveren, naarstig nieuwe elektrische en hybride bussen worden geassembleerd voor onder meer De Lijn, zijn in vogelvlucht 600 meter daar vandaan de grondwerken opgestart voor de bouw van een nieuwe fabriek. Over zowat twee jaar moeten daar de eerste elektrische bussen van de band rollen. In het najaar van 2018 kocht de constructeur daarvoor een terrein van net geen 8 ha. Volgens de oorspronkelijk planning hadden de werken voor de nieuwe fabriek reeds in het voorjaar van 2020 moeten starten. Omstreeks deze eindejaarsperiode had in de nieuwe fabriek de productie van elektrische bussen moeten worden opgestart maar Covid-19 besliste daar anders over: de productie in de huidige fabriek diende 7 weken te worden onderbroken en door onzekerheden door de wereldwijde coronapandemie werden de plannen voor de nieuwe fabriek enige tijd on hold gezet. Dit jaar zat het orderboek opnieuw vol.
Enigszins merkwaardig is dat het huidige fabrieksterrein een oppervlakte van 14 ha beslaat terwijl het nieuwe terrein ‘slechts’ 8 ha inneemt, wat toch nog steeds een immense oppervlakte is. Maar sinds Henri Jonckheere in 1881 in het centrum van de Roeselaarse deelgemeente Beveren startte met de bouw van paardenkoetsen, is het bedrijventerrein alleen maar uitgebreid en bestaat het bedrijventerrein uit een aaneenschakeling van productiehallen die niet altijd een even grote effecitiëntie toelaten. Met de nieuwe CO2-neutrale productiesite wordt de productie geconcentreerd in één enkel 27.000 m2 groot bedrijfsgebouw dat strategisch gelegen is, langs de ring rond Roeselare (R32) en vlakbij een oprit van de A17/E403.
De tijd dat Henri Jonckheere vanaf 1902 overstapte van paardenkoetsen naar (houten) koetswerken voor auto’s die op de chassis van beroemde automerken zoals Minerva, Rolls Royce en FN werden gebouwd, is reeds lang voorbij. Waar in 1922 door zoon en opvolger Joseph Jonckheere werd overgestapt op de constructie van koetswerken van bussen en touringcars, die eveneens op de chassis van bekende busmerken werden geplaatst, werd het bedrijf in 1994 overgenomen door de Berkhof Groep. Die groep werd in 1998 opgekocht door de VDL Groep en sinds 2011 is de naam Jonckheere helemaal verdwenen. Waar in 2015 werd gestart met het bouwen van elektrische bussen, worden bij VDL Roeselare sinds 2018 enkel nog elektrische en hybride bussens gebouwd.
(kaart: Inventaris Erfgoed Vlaanderen)
Volgens algemeen directeur Peter Wouters is het zich uitsluitend toeleggen op elektrisch en hybride bussen een bewuste keuze. “Onze concurrenten verhuisden hun productie van dieselbussen naar Oost-Europa. Dat maakte het voor ons bijzonder moeilijk om concurrentieel te blijven. De snelle ontwikkeling van batterijen voor automotive toepassingen was voor ons dan ook het sein om volop in te zetten op de ontwikkeling en productie van elektrische bussen. Zo konden we koploper worden in een snel groeiende markt” liet hij optekenen door Agoria, de federatie van metaalverwerkende ondernemingen.
Henk Coppens, voormalig CEO van VDL Bus & Coach die op 01/07/2021 werd opgevolgd door Paul van Vuuren, benadrukt dat VDL een strategische keuze blijft maken om bussen te bouwen in West-Europa. “Dicht bij onze klanten, CO2-neutraal en door middel van duurzame productiemethoden die banen behouden. Zo bieden we duurzame mobiliteitsoplossingen en zijn we op het gebied van openbaar vervoer Europees koploper: een op de vijf elektrische bussen wordt door VDL gemaakt”.
(Foto: Alheembouw)
Laat een reactie achter