Volgens Nick Brooks, secretaris-generaal van de ‘Alliance of Passenger Rail New Entrants in Europe’ (Allrail), een belangengroep van particuliere spoorwegmaatschappijen, zitten er fundamentele fouten in de plannen van de federale regering om de NMBS opnieuw onderhands een openbaar dienstcontract (Public Service Obligation; PSO) toe te kennen. Aldus krijgt de NMBS tot eind 2033 het verdere monopolie voor het Belgische binnenlands spoorverkeer toegewezen.
Vanaf 2034 moet dit spoorverkeer van Europa verplicht worden toegekend aan het spoorbedrijf of de spoorbedrijven die na een openbare aanbesteding het gewenste spooraanbod en de daaraan verbonden kwaliteitsvereisten het goedkoopst kan of kunnen realiseren. Daartoe dient de federale regering, die in België bevoegd is voor het spoorverkeer, nauwkeurig de wensen op het vlak van amplitude en frequentie te bepalen en voorop te stellen welke kwaliteitseisen ze daaraan verbindt.
De federale regering mocht nu reeds kiezen voor een of meerdere openbare aanbestedingen maar besloot bij de jongste regeringsvorming gebruik te maken van de uitzondering die toeliet om nog eenmaal, en dit voor maximum 10 jaar, beroep te doen op een onderhandse toewijzing.
Nick Brooks: “Theoretisch kan de regering voor de periode tussen 2023 en 2033 nog één enkele keer voorzien in een rechtstreeks gegunde PSO maar de geest van het 4e spoorwegpakket van de EU en de openstelling van de markt de EU-lidstaten moedigen aan om dit eerder te doen zodat de historische exploitanten zich zouden kunnen reorganiseren.
Bovendien zijn er bepaalde marktregels, bijvoorbeeld inzake evenredigheid, die nu al van kracht zijn maar die de Belgische regering negeert. Deze EU-regels zijn er juist om ervoor te zorgen dat de eerste stappen van een gemeenschappelijke markt worden gezet. De Belgische regering kan en mag deze niet negeren om de NMBS te beschermen, maar dat is helaas wel wat er gebeurt “.
Er dient hier wel te worden aan toegevoegd dat de huidige federale regering ook moeilijk anders kon dan nog eenmaal te werken met een onderhandse gunning, al hoefde dat niet zo nodig met een contract met een looptijd van 10 jaar. De vorige federale regeringen hadden daartoe namelijk niet de minste voorbereidingen getroffen.
Particuliere spoorwegmaatschappijen mogen volgens het principe van de ‘Open Acces’ op eigen verantwoordelijkheid ook zelf treinen inleggen, maar wegens de beperkte oppervlakte van ons land is zoiets hier niet of nauwelijks haalbaar. Het ‘Open Acces’-principe wordt wel veel toegepast in het internationaal treinverkeer waar bv. spoormaatschappijen als Thalys en Eurostar naar eigen goeddunken spoorverbindingen inleggen, of ook weer afschaffen. Ook bij nachttreinen wordt tot dusver algemeen gebruik gemaakt van ‘Open Acces’ terwijl eveneens in het goederenverkeer ‘Open Acces’ de algemene regel is.
Formele stap in daadwerkelijke toewijzing van de onderhandse gunning
De reactie van Nick Brooks komt er nadat bekend raakte dat de ministerraad op vrijdag 19 november kennis nam van de publicatie van het voornemen van de regering in het in Publicatieblad van de Europese Unie (OJEU). De toewijzing van het openbaar dienstencontract is gepland voor uiterlijk eind 2022 en de publicatie in het Publicatieblad van de Europese Unie is een formele stap die uiterlijk een jaar voor de daadwerkelijke toewijzing moet plaatsvinden.
Nick Brooks vraagt zich als secretaris-generaal van Allrail af “waarom men wil vasthouden aan het zelfde mislukte bedrijfsmodel uit het verleden en dit op een moment dat het marktaandeel van het passagiersvervoer per spoor zo laag is”? “De EU wil het aantal treinreizigers tegen 2030 verdubbelen, en de Belgische minister van vervoer Georges Gilkinet betracht als groene politicus wellicht hetzelfde. Een besluit dat het huidige inefficiënte en onaantrekkelijke passagiersspoor in België gewoonweg beschermt, strookt dus niet met zijn beleid” voegt hij daaraan toe.
Hij stelt vanuit juridisch oogpunt heel wat tekortkomingen te hebben vastgesteld. Zo heeft het kabinet van Gilkinet niet goed omschreven welke treindiensten van algemeen economisch belang het wil aanbesteden. “Wanneer ‘alle treindiensten’ binnen een bepaalde regio, laat staan van een heel land, als openbare dienst worden beschouwd, is het niet mogelijk om de reikwijdte van een openbare dienstverplichting te definiëren. Ook is zo’n enorme landelijke PSO al helemaal niet proportioneel.
Bovendien is het argument om een openbaar dienstencontract onderhands toe te wijzen omdat de gevestigde exploitant geen concurrentie mag ondervinden bij de revisie van zijn diensten, enkel gebaseerd op het belang van het gevestigde staatsbedrijf NMBS, en niet op het algemeen belang of op een streven om de koolstofemissies te verminderen.
In plaats daarvan gaat het spoorwegsysteem over wat goed is voor de maatschappij (!) – en niet over wat NMBS denkt dat beter is voor zichzelf. De NMBS is in deze diep misleid in deze overtuiging. Het zou waarschijnlijk veel succesvoller zijn als er marktliberalisering was, zoals gevestigde exploitanten in andere EU-lidstaten na liberalisering hebben ontdekt.
Bovendien is een ander argument dat wordt genoemd, namelijk dat de NMBS tijd nodig heeft om “haar diensten te reorganiseren”, nogal ongeloofwaardig. Dit is iets waarmee de NMBS tientallen jaren geleden had kunnen beginnen, maar zonder concurrentie heeft zij geen enkele stimulans om dit te doen.”
Allrail voorspelt dat bij het verder ontbreken van concurrentie de NMBS ook in het volgende decennium haar diensten niet zal vernieuwen. “De NMBS zal zichzelf waarschijnlijk de komende 100 jaar blijven vernieuwen als ze de enige openbare dienstverlener voor reizigersvervoer in het land blijft. In feite is het de openstelling van de markt, zoals voorzien in het vierde spoorwegpakket van de EU, die het best zal helpen om de diensten van de NMBS te reorganiseren – en niet nog eens 10 jaar uit te stellen” voegt NIck Brooks daar nog aan toe.
En om te eindigen: “Tot slot hopen wij dat de Belgische minister van vervoer, Georges Gilkinet, snel de fout van dit besluit inziet en het terugdraait voordat het te laat is en België nog eens 10 jaar met een regressief en achtergesteld passagiersspoorwegsysteem moet blijven zitten”.
Het standpunt van Nick Brooks mag niet helemaal verwonderen. Voor zijn belangenverening komt hij op voor de onafhankelijke (niet staatseigen) passagiersspoorbedrijven, zowel spoorwegexploitanten als ticketverkopers. De alliantie werd opgericht in mei 2017 en heeft zijn zetel in Brussel, dicht bij de Europese instellingen. Sinds 2019 heeft Allrail de status van officieel vertegenwoordigend orgaan voor de spoorwegsector in de EU. Op haar website stelt de vereniging expliciet dat ze van mening is dat een snellere openstelling van de markt de enige manier is om Europa te helpen haar ambitieuze doelstellingen te bereiken op het gebied van klimaatverandering.
Laat een reactie achter