Waar tot een week eerder Lydia Peeters, de Vlaams minister bevoegd voor mobiliteit, nog zwoer dat er geen verder uitstel zou komen voor de basisbereikbaarheid, gaf de minister eind april van vorig jaar (2021) toe dat de tot dan voorop gestelde datum van 1 januari 2022, niet kon worden gehaald wegens een procedure bij de Raad van State. Maar ook andere elementen noodzaakten tot verder uitstel. De basisbereikbaarheid is een project van de Vlaamse regering waarbij de organisatie van ons bus- en tramvervoer, tot dusver uitsluitend uitgebaat door of in opdracht van De Lijn, volledig zou worden omgegooid. Een nieuwe datum voor de lancering van deze basisbereikbaarheid is nog niet gekend, maar toch start Vlaanderen op 1 maart met de start met een informatiecampagne voor het grote publiek. Daarbij wordt ook heel sterk gerekend op de medewerking van de steden en gemeenten.
Bij de basisbereikbaarheid wordt het bus- en tramvervoer opgesplits in 3 lagen: een kernnet, een aanvullend net en vervoer op maat. Verder kregen de 300 Vlaamse gemeentende een plaatsje toebedeeld in een van de 15 opgerichte vervoerregio’s.
Het kernnet wordt vanuit Vlaanderen aangestuurd en wordt volledig uitgewerkt (en vooralsnog exclusief uitgebaat) door of in opdracht van De Lijn. Voor het aanvullend net wordt het aanbod voorgesteld door De Lijn en wordt ook hier voor de exploitatie beroep gedaan op De Lijn maar is er goedkeuring nodig van de vervoerregio’s. Voor het vervoer op maat krijgen de vervoerregio’s een budget dat ze volledig vrij mogen besteden en waarbij uitbesteding aan particuliere exploitanten mogelijk is. Het hele project wordt gecoördineerd door het ‘departement Mobiliteit en Openbare Werken’ (MOW) van het Vlaamse administratie.
Tot dusver is er nog geen nieuwe datum voor de start van de basisbereikbaarheid gekend, al zei de minster dat de nieuwe startdatum ten allervroegste is voorzien voor 01/01/2023.
Wel besliste de Vlaamse overheid vanaf 1 maart eerstkomende te starten met een grote publiekscampagne, waarbij sterk wordt gerekend op de medewerking van de lokale besturen, zeg maar: de steden en gemeenten.
In eerste instantie stelt het departement Mobiliteit en Openbare Werken’ (MOW) daarvoor ’two-pagers’ beschikbaar: liggende affiches en flyers die bestaan uit 2 luiken: Het linkerluik focust op de algemene principes van basisbereikbaarheid en is voor elke vervoerregio identiek. Het rechterluik is voor elke vervoerregio verschillend en toont vier concrete reistrajecten die illustreren hoe men zich in de toekomst kunnen verplaatsen met het openbaar vervoer. Een aantal van deze ’two-pagers’ is nu reeds beschikbaar.
Het andere campagnemateriaal, zoals campagnemateriaal voor de website, een print of online nieuwsbrief en socialemediakanalen. is vanaf eind februari beschikbaar.
Ook de persregie probeert de MOW strikt in de haden te houden. Ze voorziet daarvoor ’teksten op maat voor journalisten zodat in elk persbericht dezelfde omschrijving en boodschap verschijnt’.
Timing publiekscampagne:
Laat een reactie achter