Deze week bracht het voormalige hoofd van de Europese Centrale Bank en de voormalige Italiaanse premier Mario Draghi zijn langverwachte rapport uit over hoe het Europese concurrentievermogen kan worden versterkt. ALLRAIL, de ‘alliantie van nieuwkomers op het gebied van passagiersvervoer per spoor’, vestigt daarbij de aandacht op de opmerking dat de spoorwegmarkten te gefragmenteerd blijven.
ALLRAIL citeert daarbij uit het voor haar belangrijkste fragment uit het rapport op pagina 213:
“De verwerking van passagiers- en goederencapaciteit wordt niet grensoverschrijdend gepland en gecoördineerd.
In de hele EU bestaan nog steeds ongeveer 800 nationale regels voor het spoor. Bovendien lopen de operationele eisen uiteen (bv. met betrekking tot het aantal personeelsleden in stuurcabines).
Er blijven marktbelemmeringen bestaan voor nieuwkomers, die in sommige gevallen te maken krijgen met hoge tarieven voor de toegang tot het spoor en moeilijkheden om toegang te krijgen tot apparatuur en kaartverkoopsystemen. Dit verzwakt het vermogen van aanbieders om op te schalen en grensoverschrijdend te werken.
Exploitanten die actief zijn op meer dan één nationale markt blijven een uitzondering in de EU. Bijgevolg is het aantal grensoverschrijdende langeafstandsspoordiensten in Europa de laatste twee decennia nauwelijks toegenomen.
Consumenten ervaren een gebrek aan snelle verbindingen, complexiteit bij het boeken van meerdere trajecten en zwakkere consumentenrechten.”
Dr Erich Forster, voorzitter van ALLRAIL, vindt dat het voor de EU-lidstaten tijd is om een einde te maken aan nationaal protectionisme. Om het openstellen van de markt te versnellen vindt hij dat lager prijzen voor rijpaden nodig zijn, er een eerlijke en betaalbare toegang moet zijn tot rollend materieel en dat bij de verkopers van treinkaartjes alle spooropties moeten worden getoond en verkocht.
Wat specifiek hogesnelheidstreinen betreft vestigt een rapport van de Europese rekenkamer van (rapport nr. 19/2018 dd. 26/06/2018) de aandacht op het feit dat het Europese hogesnelheidsnet geen realiteit maar een ondoeltreffend lappendeken is. 6 jaar later is deze vaststelling nog steeds van toepassing.
Een advies van 29/11/2023 van de Franse concurrentie-autoriteitmet referentie 23-A-18 merkt eveneens op dat de barrières in het (Frans) spoorvervoer ‘hoog en talrijk’ zijn: “Hoewel de eerste effecten van de liberalisering merkbaar zijn in Frankrijk en elders in Europa, zal de omvang ervan uiteindelijk afhangen van de effectiviteit van de concurrentie op de spoorvervoermarkten. (…) Nieuwkomers, ongeacht of ze op vrij initiatief vervoer willen aanbieden dan wel willen werken in het kader van een openbaredienstcontract, stuiten op potentieel onoverkomelijke obstakels en ontmoedigingen (…) Andere obstakels duiken op of worden duidelijker nu de nieuwkomers hun plannen om het Franse grondgebied te bedienen aan het uitvoeren zijn, met name wat betreft de slechte kwaliteit van de infrastructuur en de toegang van de spoorwegmaatschappijen tot het rollend materieel, de boordapparatuur, de informatie en expertise waarover alleen de gevestigde exploitant beschikt. (…) Ten slotte kan het niveau van de tolgelden, dat bijzonder hoog is in Frankrijk, nieuwe spelers afschrikken.
Laat een reactie achter