Exact een jaar geleden, op 30 novembre 2019, werd Frankrijks eerste coöperatieve spoorwegmaatschappij ‘Railcoop’ officieel boven de doopvont gehouden. Wat begon met 32 aandeelhouders is ondertussen uitgegroeid tot een coöperatief bedrijf met 2580 participanten. Een eerste trein rijdt er echter nog niet. De eerste goederentrein wordt midden volgend jaar verwacht terwijl als alles verder naar wens verloopt de eerste reizigerstrein midden 2022 op de sporen komt.
Het idee voor dit wild spoorwegavontuur ontstond in februari 2019 toen verschillende burgers brainstormden over hoe ze het beste gebruik zouden kunnen maken van de ongebruikte spoorweginfrastructuur naast hun huis. Ze vroegen zich af hoe ze de trein vaker konden nemen en hoe ze er vaker treinen konden laten rijden. Tot 6 juillet 2014 passeerden daar nog langeafstandstreinen tussen Bordeaux en Lyon.
In Frankrijk tellen ze namelijk 13000 km spoorlijnen die niet door reizigerstreinen worden gebruikt en waarvan zelfs meer dan 8000 km die helemaal niet worden gebruikt. Verder telt het land 6442 stations of stationnetjes waarvan er 1059 enkel worden gebruikt voor het goederenverkeer. 2504 van die stationnetjes liggen er ongebruikt bij.
Samengevat betekent dit dat 55% van deze stationnetjes niet gebruikt worden voor reizigersverkeer en 30% van die stationnetjes geen enkele spoorwegverkeer kennen terwijl de infrastructuur nochtans aanwezig is.
Een slinkend aanbod aan traditionele langeafstandstreinen
De situatie is er zeker niet op verbeterd sinds de zogenaamde ’trains d’équilibre du territoire’ (TET) in een ernstige crisis verkeren (lees ook: ‘Franse langeafstandstreinen hebben lood in de benen‘). Deze klassieke langeafstandstreinen bestonden uit zowel uit dag- als nachttreinen en gingen voordien onder verschillende andere namen, zoals ‘Intercités” als ‘Corail Intercités’, door het leven.
Het betroffen hem langeafstandstreinen die snelheden tot 160 km/u of zelfs 200 km/u haalden. Deze treinen werden gereden met Corail-rijtuigen: zeer comfortabel reizigersmaterieel dat in 1980 instroomde en op dat moment neusje van de zalm was. De eerste Franse hogesnelheidstrein (TGV) maakte namelijk pas een jaar later zijn opwachting.
Deze klassieke langeafstandstreinen, die altijd al verlieslatend waren, konden gedurende lange tijd teren op de inkomsten die via de TGV werden gegenereerd. Maar terwijl de SNCF knipte in het aanbod slaagde de Franse nationale spoorwegmaatschappij er niet in de exploitatiekosten voor deze treinen te drukken waardoor deze treinen steeds meer van hun rendement verloren.
Omdat dit vanaf 2010 voor de SNCF niet langer houdbaar was, worden deze treinen sindsdien beschouwd als dienstverlening van openbaar nut en maken ze sinds december 2010 deel uit van een exploitatiecontract tussen de overheid en de SNCF. Op dat moment diende de SNCF te voorzien in 310 dagtreinen en 30 nachttreinen, die samen 100.000 reizigers per dag vervoerden. De financiële risico’s kwamen daarbij volledig bij de overheid te liggen. Maar ook de jaren nadien kalfde het aanbod verder af waarna uiteindelijk het gros van deze treinen in 2016 onder de verantwoordelijkheid van de ‘nieuwe’ (lees: gefusioneerde) regio’s kwamen.
Mensen met een verschillende achtergrond
De mensen die in februari 2019 brainstormden over een nieuwe toekomst voor de verlaten spoorlijnen, kenden een totaal verschillende achtergrond. Sommigen kwamen uit de spoorwegwereld, anderen hadden ervaring met coöperatieven. Nog anderen kwamen uit de milieuwereld maar samen hadden ze het idee om hun ervaringen te bundelen om te proberen een nieuwe spoorwegmaatschappij op te richten om opnieuw de gebieden te bedienen die door de Franse spoorwegen achteruit werden gesteld. 90% van de Fransen wonen namelijk op minder dan 10 km van een station maar waarvan bijna een derde niet open voor reizigerstreinen.
De ambitie is om ’s werelds eerste coöperatief bedrijf te worden dat over een licentie en veiligheidscertificaat beschikt om een spoorwegbedrijf te kunnen runnen.
Na de nodige voorbereidingen hielden 32 vennoten op 30 november 2019 hun eerste algemene vergadering in Carjac (Lot) Er werd daarbij gekozen voor een een naamloze vennootschap met variabel kapitaal met de naam ‘Société Coopérative d’Intérêt Collectif (SCIC) Railcoop’. De zetel van deze coöperatieve vennootschap bevindt zich in Cambes (Lot) maar het operationele personeel zit verspreid over heel Frankrijk. Ondertussen telt het bedrijf 2580 aandeelhouders. Daarbij zit men niet ver meer van de nodige 3000 aandeelhouders die samen een kapitaal van 1,5 miljoen euro zullen hebben samengelegd. Kapitaal dat nodig is om een spoorwegvergunning en veiligheidscertificaat te verwerven.
Vanaf nu is het met spanning afwachten tot halfweg volgend jaar. Nadat eerst de spoorwegvergunning en het veiligheidscertificaat werden behaald moet dan de eerste goederentrein van de nieuwe vennootschap op de rails verschijnen.
Eerste reizigerstreinen vanaf 26 juni 2022
Een jaar later moeten dan ook de eerste reizigerstreinen hun opwachting maken. Daartoe diende Railcoop in juni van dit jaar bij ‘Autorité de Régulation des Transport’ (ART) een aanvraag in om vanaf 26 juni 2022 vier reizigersverbindingen te gaan exploiteren:
- 3x per dag in elke richting een verbinding Lyon – Bordeaux via Guéret, waarvan 1 nachtverbinding
- facutaltief 1x per dag in elke richting een nachttrein tussen Lyon en Bordeaux via Aurillac voor het geval de verbindig via Guéret buiten dienst is wegens spoorwerken
- 1x per dag in elke richting een verbinding tussen Lyon en Thionville en
- 1x per dag in elke richting een verbinding tussen Rennes en Toulouse.
Voor elk van die treinen is reeds een concrete dienstregeling opgesteld. Zoals hier deze voor de 3 treinen per dag tussen Lyon en Bordeaux:
De treinen die volgens de aanvraag bij de ‘Autorité de Régulation des Transport’ zullen worden ingezet, zijn vierledige Régiolis-treinstellen van constructeur Alstom. Deze bieden plaats aan 400 personen en zullen in een samenstelling met maximum 2 treinstellen rijden. Ze rijden aan maximaal 160 km/uur.
Lees ook:
Laat een reactie achter