Eerlijke tarieven voor het openbaar vervoer

OPINIE – De trein nemen moet gemakkelijk en ongecompliceerd zijn. En tenzij je een abonnee bent, begint alles met de aanschaf van een ticket. Over het verdwijnen van de loketten zullen we het hier even niet hebben. Gelukkig zijn er ook de automaten en een app. Zij zullen u adviseren over de verschillende mogelijke prijzen voor uw reis, wat meer dan welkom is gezien de complexiteit van de tariefstructuur: er zijn tientallen formules. Zolang je erin slaagt om met die hulpmiddelen in dialoog te gaan, zullen ze dat met min of meer geluk doen. Soms vergeten ze een paar mogelijke formules, soms zullen ze het bij het verkeerde eind hebben omdat ze zelf alle subtiliteiten van de tarieven niet volledig hebben begrepen. Het zij zo.

Een ander aspect van veel prijsformules dat aan reizigers worden aangeboden dat allesbehalve eenvoudig en modern is: meerrittenkaarten waar de parameters van de reis zelf moeten worden ingevuld.

Naast de complexiteit, wat ongetwijfeld even ernstig, zo niet belangrijker is, is het ontbreken van eerlijkheid, van samenhang (coherentie) en, kortom, van rechtvaardiging:

  • Qua eerlijkheid: is het fair dat voor lange trajecten (Knokke – Aarlen b.v.)  een – ook rijke – gepensioneerde zes keer minder betaalt dan een – niet per se rijk – doorsnee reiziger ?
  • Voor de coherentie: is het logisch dat, voor bepaalde afstanden, de “voordelige” tickets (youth, kids, …) duurder zijn dan de gewone tickets ? 
  • Eindelijk, qua gerechtvaardigheid: is het verantwoord dat 600 km (Knokke – Aarlen H/T) met en multipass 17,20 euro kost, en Rixensart – Linkebeek, twee gemeenten van de rand van Brussel, 9 euro ?  Een zeker evenredigheidsbeginsel zou toch moeten bestaan

Kortom : de NMBS-tarieven zijn niet verdedigbaar.

Tarieven voor het openbaar vervoer moeten een paar criteria respecteren, o.m., gerechtvaardigdheid, coherentie, eenvoudigheid, eerlijkheid.  Commerciële beschouwingen zijn daarbij niet uitgesloten.

Gerechtvaardigdheid, consistentie

Deze principes vereisen dat men betaalt in functie van de prestatie.  A fortiori het feit dat meer prestaties en/of betere prestaties kunnen in geen geval goedkoper verkocht worden dan minder en/of slechtere prestaties.

  • Eerste dimensie: de afstand van de reis. Een langere reis van een of meerdere personen, op een bepaald moment, kan niet goedkoper zijn dan een kortere. Voor de flexibiliteit en eenvoudigheid sluit dit een perequatie niet uit, bijvoorbeeld met een enige prijs binnen de stedelijke agglomeraties,. Een degressiviteit van de prijs per kilometer in functie van de lengte (100 km minder duur dans 10 x de prijs voor 10 km), is om verschillende redenen eveneens wenselijk.
  • Tweede dimensie: het aantal reizigers: twee “gelijkaardige” personen (met identiek statuut qua reductie) moeten meer, of minstens hetzelfde, betalen dan een alleenstaande reiziger.
  • Derde dimensie: het aantal trajecten: een heen-en-terug reis moet niet goedkoper zijn dan een enkel traject (maar kan wel minder dans het dubbel kosten).   De prijs van multi-trajectenkaarten (meerrittenkaarten) en abonnementen moet rekening houden met het aantal trajecten (geschat, voor de abos).

Sociale elementen / eerlijkheid

In het kader van een opdracht van openbaar nut wordt de dienstverlening gedeeltelijk gefinancierd door compensaties van de overheid.  Om sociale redenen kan de overheid voor bepaalde categorieën daarbij voorzien in gunstigere tarieven, zoals voor bevolkingsgroepen waarvan mag worden aangenomen dat ze over een lager inkomen beschikken: kinderen, jongeren, gepensioneerden.  Zeker de kinderen: een familie moet in staat zijn om de trein tegen een toegankelijke prijs te nemen. 

Maar als kortingen naar leeftijd kunnen worden toegekend, moeten ze gevaardigd en redelijk blijven : ze mogen er bijvoorbeeld niet toe leiden dat een gepensioneerde zes keer minder betaalt dan een gewone reiziger. En, voor de coherentie, de begunstigden moeten niet meer betalen voor kortere afstanden dan voor langere.

Commerciële elementen

Bij het uitstippelen van een reis vergelijkt men graag de prijs van een treinticket met een liter brandstof. Ook al worden verborgen (en vergeten) kosten van een wagen over het hoofd gezien, het blijft een redenering die bij het bepalen van spoortarieven niet kan worden genegeerd. Gunstige tarieven voor samen reizende gezinsleden en kleine groepen blijven wenselijk.

Ook commerciële beschouwingen kunnen meespelen. Zoals promoties bij evenementen (festivals,  …), gecombineerde ticketing (Pairi Daiza, …), of, meer structureel, om de lege treinen in de daluren te vullen. Een beetje de logica van privé-operatoren zoals Thalys, mag hier wel. 

Eenvoudigheid

De prijslijst moet een kandidaat-reiziger zonder universitaire technische opleiding toelaten om probleemloos de prijsformule te vinden die het beste bij hem past.

En ook, in de veronderstelling dat de machine of app het allemaal heeft uitgedacht en de beste prijs biedt (in plaats van gewoon de mogelijke tickets te inventariseren, zoals ze nu doen), moet de reiziger kunnen begrijpen waarom hij het gevraagde bedrag betaalt.

Een eenvoudig tariefbeleid dat vervult al de bovenvermelde criteria is mogelijk, en dit zonder moeite.

Principes voor een tarificatie

Het spreekt voor zich dat de NMBS-tarieven volledig geïntegreerd moeten zijn met die van de andere openbaarvervoermaatschappijen – De Lijn, TEC en MIVB – zodat de reiziger met één enkel ticket of abonnement kan reizen van zijn vertrekpunt tot zijn bestemming, ongeacht de gebruikte vervoermiddelen.

Het gebruik van zones, als bij De Lijn et TEC, is een goede basis.

Criteria voor de tarieven

Afstand, aantal et categorie(s) reizigers, aantal/frequentie trajecten moeten bepalend zijn:

  • de afstand – toch relatief minder voor grotere afstanden -,
  • de eventuele persoonlijke reductie,
  • het aantal of de frequentie van de trajecten – relatief minder voor meer trajecten (kaarten en abonnementen)

Vervoerbewijzen

Om aan het criterium  van het aantal en de frequentie van de trajecten te voldoen zijn net als bij talrijke ov-bedrijven in bv.Duitsland, drie soorten vervoerbewijzen voldoende: tickets voor een reis (eventueel heen-en-terug), voor een of meerdere personen (relatief goedkoper voor meer dan één, b.v. een familie) ; meerrittenkaarten, voor een bepaald aantal ritten, zonder limiet in de tijd, goedkoper dan de geïsoleerde tickets en abonnementen, voor onbeperkt aantal reizen binnen een bepaalde periode, ook met een gunstiger prijs per traject dan de tickets.  Allen in functie van de lengte van het traject.  Alle met de mogelijkheid om desgevallend een persoonlijke reductie te bekomen.

Dit sluit niet uit promoties bij punctuele acties, gecombineerde tickets, of gunstigere prijzen in de daluren, maar het geheel moet transparant blijven.

Delen met:

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.