Batterijtreinen kunnen ook heropening Quévrain – Valenciennes uit het slop halen

Terminus Quiévrain (Foto: Claude Villetaneuse via Wikipedia)

Sinds 3 mei vernieuwt SNCF Réseau de spoorinstallaties tussen Valenciennes en Blanc-Misseron. Een operatie die is bedoeld om de bereikbaarheid van de 3 grote industriële bedrijven op het spoorlijntje te blijven waarborgen. Het betreft een investering van 9 miljoen euro die is vastgelegd in het plancontract 2015-2022 afgesloten tussen staat een regio. In de eerste plaats bedoeld voor het goederenverkeer, maar misschien blaast dit gegeven het dossier over de heropening van de grensoverschrijdende spoorlijn tussen het Franse Valenciennes en het Belgische Quévrain nieuw leven in ? Tussen Blanc-Misseron rest er dan nog slechts 1,4 km spoorlijn te hervaloriseren. Het dossier toont veel gelijkenis met het dossier over de heropening van de spoorlijn Hamont – Weert en ook hier kunnen hybride batterijtreinen het spanningsverschil tussen de bovenleidingen van het Franse net (25 kV wisselstroom) en het Belgische net (3 kV gelijkstroom) overstijgen. Met batterijtreinen is immers geen bovenleiding nodig.

De spoorvernieuwingswerken tussen Valenciennes en Blanc Misseron lopen nog tot 1 oktober (2021) en omvatten omvat de vernieuwing van spooronderdelen over de 10 km van de lijn, de renovatie van een aquaduct en hydraulische werken, de modernisering van de spoorwegbrug over de Viel Escaut in St-Saulve en ten slotte de renovatie van 13 spoorwegovergangen. De werkzaamheden zullen alleen ’s nachts worden uitgevoerd om de activiteiten op de sites van Alstom (ex-Bombardier; in Crespin), Toyota (in Onnaing) en Inorec (in St-Sauve) niet te hinderen.

Alstom-site in Crespin (foto: Alstom)

Het grensoverschrijdend reizigersverkeer werd in 1976 stopgezet maar het heropenen van het enkelsporig lijntje werd aan Franse kant reeds 2 x grondig bestudeerd (in 1991 en in 1994). Zelfs elektrificatie werd overwogen maar aan Franse kant werd in 2007 het idee begraven ten gunste van een aan te leggen tramlijn, die er tot dusver nooit is gekomen en die haar eindpunt in Crespin zou hebben. De elektrificatie van deze spoorlijn zou echter net zoals tussen Hamont en Weert te kampen hebben met een verschillende spanning op de spoornetten.

Indien de mogelijke toekomstige tramlijn toch zou worden doorgetrokken tot het Belgische Quiévrain, dan zouden trams 35 minuten nodig hebben om het traject te overbruggen, wat interessant is voor stedelijk gebruik maar niet voor interstedelijke verbindingen richting Bergen. Een treinverbinding maakt het mogelijk om de huidige IC Luik-Guillemins – Brussel – Bergen – Quiévrain door te trekken tot Valenciennes. Valenciennes zou zich zo op 40 minuten van Bergen en een uur en twintig minuten van Brussel bevinden.

Batterijtreinen

Hybride treinstellen die tussen het Franse Valenciennes en het Belgische Quévrain in batterijmodus rijden en vanaf Quévrain op het Belgische net onder draad, zouden het vanuit ons land ontsluiten van Valenciennes in elk geval een flinke stap dichterbij kunnen brengen. Mocht ons land dan ook nog de kosten willen opbrengen om die hooguit 1,4 km per spoor tussen Quiévrain-grens en Blanc-Misseron opnieuw in rijvaardige staat te brengen, dan zou het dossier meteen al een heel eindje dichterbij zijn.

En wanneer in dit landje zo nodig de wafelijzerpolitiek moet gelden, zou dit meteen ook het dossier voor de heropening van de spoorlijn tussen Hamont en Weert wat kunnen versnellen.

Lees ook:

Delen met:

Geef als eerste een reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*


Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.